April
vrijdag 1 april
Alles wat vroeger is geschreven, is geschreven om ons iets te leren. — Rom. 15:4.
Heb jij te maken met een moeilijke beproeving? Misschien heeft iemand in de gemeente je gekwetst (Jak. 3:2). Het kan ook zijn dat je door collega’s of klasgenoten wordt bespot omdat je Jehovah dient (1 Petr. 4:3, 4). Of dat familieleden proberen te verhinderen dat je naar de vergaderingen gaat of met anderen over je geloof praat (Matth. 10:35, 36). Als een beproeving je veel verdriet doet, wil je het misschien opgeven. Maar je kunt er zeker van zijn dat wat je ook meemaakt, Jehovah je de wijsheid en de kracht geeft om ermee om te gaan. In zijn Woord heeft Jehovah gedetailleerd laten beschrijven hoe onvolmaakte mensen met zware beproevingen omgingen. Dat deed hij zodat wij van hen kunnen leren, zoals blijkt uit wat hij Paulus liet opschrijven. Het kan ons troost en hoop geven die verslagen te lezen. Maar om er echt voordeel van te hebben moet je meer doen dan alleen de Bijbel lezen. Laat Gods Woord je denken vormen en je hart raken. w21.03 14 ¶1-2
zaterdag 2 april
Kijk eens goed naar de velden, ze zijn wit om geoogst te worden. — Joh. 4:35.
Bezie je de mensen tot wie je het goede nieuws predikt als graan dat rijp is voor de oogst? In dat geval zullen er drie dingen gebeuren. Ten eerste zul je prediken met een sterker gevoel van urgentie. De oogsttijd is maar een beperkte periode, dus er is geen tijd te verliezen. Ten tweede zul je gelukkig zijn omdat je ziet hoe mensen op het goede nieuws reageren. De Bijbel zegt: ‘Mensen zijn blij in de oogsttijd’ (Jes. 9:3). En ten derde zul je elk persoon zien als een potentiële discipel, waardoor je je benadering zult aanpassen aan wat hem of haar bezighoudt. Jezus schreef de Samaritanen niet af, zoals zijn volgelingen misschien deden. Hij bezag ze juist als potentiële discipelen. Ook wij moeten de mensen in ons gebied bezien als potentiële discipelen van Christus. Paulus gaf ons een geweldig voorbeeld. Hij wist wat de mensen tot wie hij predikte geloofden, nam in aanmerking wat ze bezighield en bezag ze als potentiële discipelen van Jezus. w20.04 8-9 ¶3-4
zondag 3 april
Het Graf en de plaats van vernietiging zijn voor Jehovah duidelijk zichtbaar. Hoeveel te meer het hart van mensen! — Spr. 15:11.
In plaats dat je kritiek hebt op wat iemand doet, kun je beter proberen om te begrijpen wat er in hem omgaat. De enige die ons volledig begrijpt is Jehovah. Vraag hem dus je te helpen om in anderen te zien wat hij ziet en te begrijpen hoe je met ze kunt meeleven. Het is niet aan ons om te bepalen welke broeders en zusters ons medeleven verdienen. Ze hebben allemaal problemen, net als Jona, Elia, Hagar en Lot. In sommige gevallen hebben ze die aan zichzelf te danken. Maar de realiteit is dat elk van ons problemen krijgt die zijn eigen schuld zijn. Het is dus redelijk dat Jehovah ons vraagt met elkaar mee te leven (1 Petr. 3:8). Als we Jehovah gehoorzamen, versterken we de eenheid van onze bijzondere en diverse wereldwijde familie. Dus: luister naar elkaar, leer elkaar kennen en leef met elkaar mee. w20.04 18-19 ¶15-17
maandag 4 april
Christus heeft voor jullie geleden en jullie zo een voorbeeld nagelaten zodat jullie nauwkeurig in zijn voetstappen zouden treden. — 1 Petr. 2:21.
Jezus gaf het perfecte voorbeeld van gehoorzaamheid aan Jehovah. We kunnen Jehovah dus gehoorzamen door Jezus’ voetstappen zo nauwkeurig mogelijk te volgen (Joh. 8:29). Om de weg van de waarheid te volgen moet je ervan overtuigd zijn dat Jehovah de God van waarheid is, dat alles wat hij in zijn Woord zegt waar is. En je moet ervan overtuigd zijn dat Jezus de beloofde Messias is. Velen in deze tijd geloven niet dat Jezus gezalfd is als Koning van Gods Koninkrijk. Johannes waarschuwde dat er ‘veel bedriegers’ waren. Zij konden degenen misleiden die de waarheid over Jehovah en Jezus niet konden verdedigen (2 Joh. 7-11). Hij schreef: ‘Wie anders is de leugenaar dan hij die ontkent dat Jezus de Christus is?’ (1 Joh. 2:22) Alleen door Gods Woord te bestuderen voorkom je dat je wordt misleid. Alleen dan zul je Jehovah en Jezus leren kennen (Joh. 17:3). En alleen dan zul je ervan overtuigd raken dat je de waarheid hebt. w20.07 21 ¶4-5
dinsdag 5 april
Neem je voor een broeder geen struikelblok in de weg te leggen. — Rom. 14:13.
Je kunt voorkomen dat je voor andere lopers een ‘struikelblok’ wordt door waar mogelijk inschikkelijk te zijn en niet je eigen zin door te drijven (Rom. 14:19-21; 1 Kor. 8:9, 13). In dat opzicht lijken we niet op een hardloper in een letterlijke race die probeert zelf de prijs te winnen. Bij hen is het ieder voor zich. Ze dringen misschien andere lopers opzij om vooraan te komen in het peloton. Maar voor ons is het geen competitie (Gal. 5:26; 6:4). Het is ons doel samen met zo veel mogelijk andere lopers de eindstreep te halen en de prijs van eeuwig leven te winnen. Daarom proberen we de geïnspireerde raad op te volgen: ‘Heb niet alleen oog voor je eigen belangen maar ook voor de belangen van anderen’ (Fil. 2:4). Jehovah heeft ons gegarandeerd dat we een mooie prijs winnen als we onze race uitlopen: eeuwig leven in de hemel of in een paradijs op aarde. w20.04 28 ¶10; 29 ¶12
woensdag 6 april
Dat zijn degenen die uit de grote verdrukking komen. — Openb. 7:14.
Miljoenen christenen zullen levend de nieuwe wereld binnengaan. Die overlevenden op aarde zullen ooggetuige zijn van nog een overwinning op de dood: de opstanding van miljarden mensen die in het verleden zijn gestorven. Stel je eens voor hoe geweldig dat zal zijn! (Hand. 24:15) En iedereen die bewijst dat hij volkomen loyaal is aan Jehovah zal ook de overwinning behalen op de overgeërfde dood. Ze zullen eeuwig kunnen leven. Elke christen die nu leeft moet dankbaar zijn voor de hoopgevende woorden over de opstanding die Paulus schreef aan de Korinthiërs. We hebben alle reden om te leven naar Paulus’ advies om te doen wat we kunnen ‘in het werk van de Heer’ (1 Kor. 15:58). Als je altijd je best doet in dat werk, kun je uitkijken naar een gelukkig leven in de toekomst. Die toekomst zal veel mooier zijn dan we ons kunnen voorstellen. Dan zal inderdaad bevestigd worden dat ons werk voor de Heer niet tevergeefs is geweest. w20.12 13 ¶16-17
donderdag 7 april
Hun legers waren verzameld om oorlog te voeren tegen degene die op het paard zat en tegen zijn leger. — Openb. 19:19.
Het lijkt erop dat de profetieën in Ezechiël 38:10-23, Daniël 2:43-45; 11:44–12:1 en Openbaring 16:13-16, 21 dezelfde dingen beschrijven. In dat geval kunnen we de volgende ontwikkelingen verwachten. Na het begin van de grote verdrukking zullen ‘de koningen van de hele bewoonde aarde’ een coalitie van landen vormen (Openb. 16:13, 14). De Bijbel noemt die coalitie ‘Gog van het land Magog’ (Ezech. 38:2). De coalitie van landen zal een laatste massale aanval op Gods volk inzetten. Johannes zag in een visioen over die tijd enorm grote hagelstenen op Gods vijanden neervallen. Het zou kunnen dat die symbolische hagelstorm een oordeelsboodschap is die hard aankomt, verkondigd door Jehovah’s volk. Mogelijk lokt die boodschap uit dat Gog van Magog Gods volk aanvalt om ze van de aarde weg te vagen (Openb. 16:21). w20.05 15 ¶13-14
vrijdag 8 april
Als jullie al goede dingen geven aan je kinderen, ook al zijn jullie slecht, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan heilige geest geven aan degenen die hem erom vragen! — Luk. 11:13.
Gods actieve kracht is een geschenk dat we naar waarde moeten schatten. Je kunt je waardering voor de heilige geest vergroten door erover na te denken wat die geest in deze tijd allemaal mogelijk heeft gemaakt. Voordat Jezus naar de hemel opsteeg, zei hij tegen zijn discipelen: ‘Jullie zullen kracht ontvangen wanneer de heilige geest op jullie komt, en jullie zullen getuigen van mij zijn (...) tot in de meest afgelegen delen van de aarde’ (Hand. 1:8). Met de steun van de heilige geest zijn ruim achtenhalf miljoen aanbidders van Jehovah uit elke hoek van de aarde bijeengebracht. Daarnaast hebben we een geestelijk paradijs omdat Gods geest prachtige eigenschappen in ons voortbrengt, zoals liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid en zelfbeheersing. Die eigenschappen vormen bij elkaar ‘de vrucht van de geest’ (Gal. 5:22, 23). Wat is de heilige geest een geweldig geschenk! w20.05 28 ¶10; 29 ¶13
zaterdag 9 april
Omdat de dood er is gekomen door een mens, komt ook de opstanding van de doden er door een mens. — 1 Kor. 15:21.
Er zijn een aantal redenen om aan te nemen dat we onze dierbaren zullen herkennen als we ze na hun opstanding verwelkomen. We kunnen bijvoorbeeld op basis van de opstandingen die al hebben plaatsgevonden verwachten dat Jehovah mensen opnieuw zal scheppen zodat ze er net zo uitzien en net zo spreken en denken als vlak voor hun dood. Bedenk dat Jezus de dood vergeleek met de slaap en de opstanding met gewekt worden uit de slaap (Matth. 9:18, 24; Joh. 11:11-13). Als iemand wakker wordt, ziet hij er hetzelfde uit, klinkt hij hetzelfde en heeft hij ook dezelfde herinneringen als toen hij ging slapen. Denk aan het voorbeeld van Lazarus. Hij was al vier dagen dood, dus zijn lichaam was al tot ontbinding overgegaan. Maar toen Jezus hem tot leven wekte, herkenden zijn zussen hem meteen. En Lazarus wist duidelijk nog wie zij waren (Joh. 11:38-44; 12:1, 2). w20.08 14 ¶3; 16 ¶8
zondag 10 april
Redding hebben we te danken aan onze God, die op de troon zit, en aan het Lam. — Openb. 7:10.
Het verschil tussen de gezalfden en de andere schapen zit hem niet in hoe waardevol ze voor God zijn. Beide groepen zijn voor hem even kostbaar. Hij heeft namelijk zowel de gezalfden als de andere schapen met dezelfde prijs gekocht: het leven van zijn geliefde Zoon. Het verschil tussen de twee groepen is dat ze elk een andere hoop hebben. Beide groepen moeten God en Christus trouw blijven (Ps. 31:23). En bedenk: Gods geest kan op elk van ons met evenveel kracht inwerken. Jehovah geeft elk van ons zo veel van zijn geest als nodig is. Jehovah heeft al zijn opgedragen aanbidders een prachtige hoop gegeven (Jer. 29:11). De herdenking van Christus’ dood geeft ons allemaal een geweldige gelegenheid om God en Christus te loven voor wat ze hebben gedaan zodat we oneindig kunnen leven. De Gedachtenisviering is zonder twijfel de belangrijkste vergadering voor ware christenen. w21.01 18 ¶16; 19 ¶19
maandag 11 april
Blijf dit doen. — 1 Kor. 11:25.
Verreweg de meeste aanwezigen op het Avondmaal hebben de aardse hoop. Maar waarom gaan ze naar het Avondmaal? Om dezelfde reden als mensen die naar de bruiloft van een vriend gaan. De vrienden gaan naar de bruiloft om te laten zien dat ze van het bruidspaar houden en achter hen staan. De andere schapen gaan dus naar het Avondmaal om te laten zien dat ze van Christus en de gezalfden houden en achter hen staan. Ze gaan ook uit waardering voor het offer dat herdacht wordt, een offer dat eeuwig leven op aarde mogelijk maakt. Bovendien gaan de andere schapen naar het Avondmaal uit gehoorzaamheid aan Jezus’ gebod. Toen Jezus die herdenking met zijn trouwe apostelen instelde, zei hij: ‘Blijf dit doen om mij te gedenken’ (1 Kor. 11:23-26). Ze blijven dus het Avondmaal bezoeken zolang er nog gezalfden op aarde zijn. w21.01 17-18 ¶13-14
Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen overdag: 9 nisan) Johannes 12:12-19; Markus 11:1-11
dinsdag 12 april
Hierdoor is Gods liefde in ons geval duidelijk geworden: God heeft zijn eniggeboren Zoon naar de wereld gestuurd, zodat we door hem leven zouden krijgen. — 1 Joh. 4:9.
Echte liefde moet ondersteund worden door daden. (Vergelijk Jakobus 2:17, 26.) Kijk maar naar het voorbeeld van Jehovah. Hij houdt van ons (1 Joh. 4:19). En hij geeft uiting aan die liefde met de prachtige woorden die in de Bijbel staan (Ps. 25:10; Rom. 8:38, 39). Maar wat ons van zijn liefde overtuigt, is niet alleen wat hij zegt maar ook wat hij doet. Jehovah stond toe dat zijn geliefde Zoon voor ons leed en stierf (Joh. 3:16). Het mag duidelijk zijn: Jehovah houdt echt van ons. Je bewijst dat je van Jehovah en Jezus houdt door ze te gehoorzamen (Joh. 14:15; 1 Joh. 5:3). En Jezus gaf ons het specifieke gebod om van elkaar te houden (Joh. 13:34, 35). Geef niet alleen uiting aan je liefde voor je broeders en zusters door wat je zegt, maar toon je liefde ook door wat je doet (1 Joh. 3:18). w21.01 9 ¶6; 10 ¶8
Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen overdag: 10 nisan) Johannes 12:20-50
woensdag 13 april
Ik noem jullie vrienden. — Joh. 15:15.
Personen die met de geest gezalfd zijn, hebben de hoop voor eeuwig bij Jezus te zijn en met hem te regeren in Gods Koninkrijk. Ze zullen dus echt bij Jezus zijn — hem zien, met hem praten en met hem omgaan (Joh. 14:2, 3). Ook degenen die de aardse hoop hebben krijgen Jezus’ liefde en aandacht. Al zullen ze Jezus niet zien, hun vriendschap met hem zal steeds hechter worden terwijl ze genieten van het leven dat Jehovah en Jezus mogelijk maken (Jes. 9:6, 7). Als je ingaat op Jezus’ uitnodiging om zijn vriend te worden, leidt dat tot veel zegeningen. Je bent dan nu al verzekerd van zijn liefde en steun. Je krijgt de mogelijkheid eeuwig te leven. En wat het belangrijkste is, je vriendschap met Jezus leidt tot het allermooiste cadeau: een hechte vriendschap met zijn Vader, Jehovah. Wat een voorrecht een vriend van Jezus te worden genoemd! w20.04 25 ¶15-16
Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen overdag: 11 nisan) Lukas 21:1-36
donderdag 14 april
In de Christus zal iedereen levend gemaakt worden. — 1 Kor. 15:22.
Paulus schreef zijn brief aan gezalfde christenen in Korinthe, die tot leven in de hemel zouden worden gewekt. Die christenen waren ‘geheiligd in eendracht met Christus Jezus, geroepen om heiligen te zijn’. En hij had het over ‘zij die in eendracht met Christus zijn gestorven’ (1 Kor. 1:2; 15:18; 2 Kor. 5:17). In een andere geïnspireerde brief schreef Paulus dat degenen die ‘één met hem [Jezus] zijn geworden door te sterven zoals hij’ ook ‘één met hem zullen zijn doordat [ze] worden opgewekt zoals hij’ (Rom. 6:3-5). Jezus werd opgewekt als een geest en ging naar de hemel. Dat zal dus ook gebeuren met iedereen die ‘in eendracht met Christus’ is, dat wil zeggen alle met de geest gezalfde christenen. Paulus schreef dat Christus was opgewekt als ‘de eersteling van hen die zijn gestorven’ (1 Kor. 15:20). Jezus was de allereerste die uit de dood werd opgewekt als een geest en die eeuwig leven kreeg. w20.12 5-6 ¶15-16
Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen overdag: 12 nisan) Mattheüs 26:1-5, 14-16; Lukas 22:1-6
DATUM VAN GEDACHTENISVIERING
Na zonsondergang
vrijdag 15 april
We zullen altijd bij de Heer zijn. — 1 Thess. 4:17.
Gezalfden die in deze tijd sterven worden meteen tot leven in de hemel gewekt. Dat wordt bevestigd door Paulus’ woorden in 1 Korinthiërs 15:51, 52. Na hun opstanding zullen die broeders van Christus grote vreugde ervaren. De Bijbel laat zien welk werk degenen die ‘in een oogwenk’ worden veranderd zullen doen. Jezus zegt tegen ze: ‘Aan wie overwint en mijn daden tot het einde toe navolgt, zal ik autoriteit over de volken geven — hij zal de mensen hoeden met een ijzeren staf en ze zullen als aardewerken kruiken in stukken worden gebroken — zoals ook ik autoriteit van mijn Vader heb gekregen’ (Openb. 2:26, 27). w20.12 12 ¶14-15
Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen overdag: 13 nisan) Mattheüs 26:17-19; Markus 14:12-16; Lukas 22:7-13 (Gebeurtenissen na zonsondergang: 14 nisan) Johannes 13:1-5; 14:1-3
zaterdag 16 april
Christus is uit de dood opgewekt. — 1 Kor. 15:20.
Door Jezus ‘de eersteling’ te noemen suggereerde Paulus dat daarna anderen tot leven in de hemel zouden worden gewekt. De apostelen en anderen die ‘in eendracht met Christus’ waren zouden Jezus volgen (1 Kor. 15:18). Uiteindelijk zouden ze eenzelfde opstanding als Jezus krijgen. De hemelse opstanding voor degenen die ‘in eendracht met Christus’ waren was nog niet begonnen toen Paulus zijn brief aan de Korinthiërs schreef. Hij wees er juist op dat het in de toekomst zou gebeuren: ‘Ieder op zijn beurt: Christus als eersteling en daarna, tijdens zijn aanwezigheid, zij die bij de Christus horen’ (1 Kor. 15:23; 1 Thess. 4:15, 16). Wij leven nu tijdens de voorspelde ‘aanwezigheid’ van de Christus. De apostelen en andere gezalfde christenen die stierven, moesten tot die aanwezigheid wachten om hun hemelse beloning te krijgen en ‘één met hem [Jezus] te zijn doordat [ze] worden opgewekt zoals hij’ (Rom. 6:5). w20.12 5 ¶12; 6 ¶16-17
Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen overdag: 14 nisan) Johannes 19:1-42
zondag 17 april
Het lichaam wordt gezaaid in vergankelijkheid, het wordt opgewekt in onvergankelijkheid. — 1 Kor. 15:42.
Paulus had het over iemand die wordt opgewekt met een hemels lichaam, ‘een geestelijk lichaam’ (1 Kor. 15:43, 44). Toen Jezus op aarde was, had hij een vleselijk lichaam. Maar toen hij werd opgewekt, werd hij ‘een levengevende geest’ en ging hij terug naar de hemel. Ook gezalfde christenen zouden worden opgewekt met een lichaam voor in de hemel. Paulus legde uit: ‘Zoals wij het beeld zijn van degene die van stof is gemaakt, zo zullen wij ook het beeld zijn van degene die uit de hemel is’ (1 Kor. 15:45-49). Houd in gedachte dat Jezus niet werd opgewekt met een menselijk lichaam. Paulus legde uit waarom niet: ‘Vlees en bloed kunnen Gods Koninkrijk [in de hemel] niet erven’ (1 Kor. 15:50). De apostelen en andere gezalfden zouden niet tot leven in de hemel worden gewekt met een vergankelijk lichaam van vlees en bloed. w20.12 10-11 ¶10-12
Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen overdag: 15 nisan) Mattheüs 27:62-66 (Gebeurtenissen na zonsondergang: 16 nisan) Johannes 20:1
maandag 18 april
Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je angel? — 1 Kor. 15:55.
In de eerste eeuw inspireerde God een aantal discipelen van Jezus ertoe over de hemelse hoop te schrijven. Johannes legde uit: ‘We zijn nu kinderen van God, maar wat we zullen zijn, is nog niet geopenbaard. Wel weten we dat wanneer hij geopenbaard wordt, wij als hij zullen zijn’ (1 Joh. 3:2). Gezalfde christenen weten dus niet hoe het zal zijn als ze met een geestelijk lichaam tot leven in de hemel worden gewekt. Maar de Bijbel geeft ons wel wat informatie. Ze zullen Jehovah zien als ze hun beloning krijgen. Ze zullen bij Christus zijn als hij ‘alle regeringsautoriteit en alle gezag en kracht uitschakelt’ en ook ‘de laatste vijand’, ‘de dood’. Als uiteindelijk alles aan Jezus onderworpen is, zullen hij en zijn mederegeerders zich aan Jehovah onderwerpen (1 Kor. 15:24-28). Wat een climax zal dat zijn! w20.12 8 ¶2
Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen overdag: 16 nisan) Johannes 20:2-18
dinsdag 19 april
Op God heb ik mijn hoop gevestigd, namelijk dat er een opstanding zal zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen. — Hand. 24:15.
Hoe zit het met alle loyale christenen die niet de hoop hebben om met Christus in de hemel te leven? Ook zij hebben de opstandingshoop. De Bijbel zegt dat Paulus en anderen die naar de hemel gaan ‘de eerdere opstanding uit de dood ontvangen’ (Fil. 3:11). Daaruit kun je opmaken dat er nog een opstanding zou volgen. Dat zou overeenkomen met wat Job over zijn toekomst zei (Job 14:15). ‘Zij die bij de Christus horen’ zullen bij Jezus in de hemel zijn als hij alle regeringsautoriteit en alle gezag en kracht uitschakelt. Zelfs ‘de laatste vijand’, ‘de dood’, wordt uitgeschakeld. Degenen die tot leven in de hemel zijn gewekt zullen bevrijd zijn van de overgeërfde dood (1 Kor. 15:23-26). Personen die geen hemelse hoop hebben kunnen hoop putten uit Paulus’ woorden in de tekst voor vandaag. Er kunnen beslist geen onrechtvaardige personen in de hemel komen, dus die woorden wijzen op een toekomstige opstanding op aarde. w20.12 6-7 ¶18-19
woensdag 20 april
De Zoon van God hield van mij en heeft zich voor mij overgegeven. — Gal. 2:20.
Je zou je kunnen afvragen: hoe weet ik nou zeker dat Jehovah me niet heeft afgeschreven? Maar dan geldt in zekere zin: de vraag stellen is hem beantwoorden. Jaren geleden zei De Wachttoren: ‘Soms doet zich nog een probleem voor wanneer wij bemerken dat wij vele malen struikelen en vallen over de een of andere slechte gewoonte die dieper in ons vroegere levenspatroon is ingevreten dan wij hadden beseft. (...) Maak niet de gevolgtrekking dat gij de onvergeeflijke zonde hebt bedreven. Satan zou juist willen dat u aldus redeneerde. Het feit dat gij bedroefd zijt en u over u zelf ergert is op zichzelf een bewijs dat gij niet te ver zijt gegaan. Word het nooit moe u nederig en ernstig tot God te wenden, terwijl gij vergeving, reiniging en hulp van hem zoekt.’ Voordat Paulus christen werd, had hij ernstige zonden begaan. Natuurlijk wist hij nog wel wat hij had gedaan (1 Tim. 1:12-15). Maar hij bezag de losprijs als een persoonlijk geschenk. Zo voorkwam hij dat hij zich schuldig bleef voelen en kon hij zich erop focussen Jehovah het beste te geven. w20.11 27 ¶14; 29 ¶17
donderdag 21 april
Als iemand van jullie tekortschiet in wijsheid, dan moet hij erom blijven vragen aan God, die iedereen gul en zonder verwijt geeft, en hij zal wijsheid ontvangen. — Jak. 1:5.
Satan bestookt ons met veel verleidingen tot verkeerd gedrag. Hoe reageer je daarop? Je zou jezelf makkelijk voor de gek kunnen houden. Je kunt denken: als je hier niet voor wordt uitgesloten, kan het niet zo erg zijn. Maar die redenatie is volkomen onjuist. Het is beter je af te vragen: Is dit een verleiding waarmee Satan verdeeldheid wil zaaien in mijn hart? Als ik nu toegeef, zou ik dan smaad brengen op Jehovah’s naam? Kom ik hiermee dichter bij God of creëer ik juist afstand? Mediteer over zulke vragen. Bid om wijsheid zodat je ze eerlijk kunt beantwoorden, zonder jezelf voor de gek te houden. Dat kan echt een bescherming zijn. Het kan je helpen verleidingen resoluut af te wijzen, net zoals Jezus, die zei: ‘Ga weg, Satan!’ (Matth. 4:10) Bedenk dat je aan een verdeeld hart niet zo veel hebt. w20.06 12-13 ¶16-17
vrijdag 22 april
Ik zeg tegen jullie allemaal: denk niet meer van jezelf dan nodig is, maar denk verstandig. — Rom. 12:3.
We onderwerpen ons nederig aan Jehovah’s normen, want we beseffen dat Jehovah altijd weet wat het beste voor ons is (Ef. 4:22-24). Uit nederigheid stellen we zijn wil boven onze eigen wil en bezien we anderen als superieur aan onszelf. Hierdoor hebben we een goede relatie met Jehovah en met de broeders en zusters. Als je niet oppast, zou je beïnvloed kunnen worden door mensen in Satans wereld die trots en egoïstisch zijn. Blijkbaar bestond dat gevaar ook in de eerste eeuw, want Paulus schreef aan de Romeinen: ‘Ik zeg tegen jullie allemaal: denk niet meer van jezelf dan nodig is, maar denk verstandig.’ Paulus erkende dat je enige eigenwaarde moet hebben. Maar nederigheid zal je helpen een evenwichtige kijk op jezelf te hebben en voorkomt dat je te veel van jezelf gaat denken. w20.07 2 ¶1-2
zaterdag 23 april
Het land had rust en er werd in die jaren geen oorlog tegen hem gevoerd. — 2 Kron. 14:6.
Tijdens de regering van Asa kwam er een eind aan de vredestijd. Vanuit Ethiopië trok een enorm leger van een miljoen man tegen Juda op. De aanvoerder, Zera, was vol vertrouwen dat hij met zijn leger Juda kon verslaan. Koning Asa vertrouwde echter niet op de grootte van zijn leger maar op zijn God, Jehovah. Hij bad: ‘Help ons, Jehovah, onze God, want we vertrouwen op u, en in uw naam zijn we tegen deze menigte opgerukt’ (2 Kron. 14:11). Het Ethiopische leger telde bijna twee keer zo veel soldaten, maar Asa wist dat Jehovah machtig is en zijn aanbidders kan helpen. En Jehovah stelde hem niet teleur. Het Ethiopische leger leed een verpletterende nederlaag (2 Kron. 14:8-13). We weten niet tot in detail wat de toekomst ons persoonlijk zal brengen, maar we weten wel dat de tijd van vrede en rust die Gods aanbidders nu meemaken tijdelijk is. Jezus heeft voorzegd dat zijn discipelen in de laatste dagen ‘door alle volken gehaat’ zouden worden (Matth. 24:9). w20.09 18 ¶14-16
zondag 24 april
Ik ben blij met beledigingen. — 2 Kor. 12:10.
Niemand vindt het leuk te worden beledigd. Maar als je je te druk zou maken om wat tegenstanders zeggen om ons te beledigen, kun je ontmoedigd raken (Spr. 24:10). Hoe moet je de beledigingen van tegenstanders dan zien? Net als Paulus kun je ‘blij zijn met (...) beledigingen’. Waarom? Omdat die beledigingen en tegenstand bewijzen dat je een echte discipel van Jezus bent (1 Petr. 4:14). Jezus zei dat zijn volgelingen zouden worden vervolgd (Joh. 15:18-20). En dat is in de eerste eeuw ook gebeurd. In de Griekse cultuur werden de christenen bezien als dom en zwak. En voor de Joden waren het ‘ongeschoolde en gewone mensen’, net zoals Petrus en Johannes (Hand. 4:13). Christenen leken zwak, want ze hadden geen politieke invloed en waren geen militaire macht. Ze werden bezien als het uitschot van de maatschappij. Lieten de eerste christenen zich tegenhouden door de negatieve kijk van tegenstanders? Nee. w20.07 14-15 ¶3-4
maandag 25 april
Laten we elkaar blijven liefhebben, want de liefde komt van God, en iedereen die liefheeft, is uit God geboren en kent God. — 1 Joh. 4:7.
Johannes hield veel van zijn broeders en zusters en was begaan met hun geestelijke welzijn. Zijn liefde en zorg weerklinken duidelijk in de raad die hij in zijn drie geïnspireerde brieven gaf. Wat is het fijn te weten dat mannen en vrouwen zoals hij gezalfd zijn om met Christus te regeren! (1 Joh. 2:27) Neem de raad die hij gaf ter harte. Wees vastbesloten de weg van de waarheid te volgen en Jehovah gehoorzaam te zijn in elk aspect van je leven. Bestudeer zijn Woord en baseer je vertrouwen erop. Bouw een sterk geloof in Jezus op. Verwerp menselijke filosofie en afvallige denkbeelden. Voorkom dat je een dubbelleven gaat leiden en laat je er niet toe verleiden te zondigen. Leef naar Jehovah’s hoge morele normen. En help je broeders en zusters om sterk te blijven door ze te vergeven als ze je kwetsen en ze te helpen in tijden van nood. Dan zul je ondanks de obstakels de weg van de waarheid blijven volgen. w20.07 24-25 ¶15-17
dinsdag 26 april
God heeft alle lichaamsdelen de plaats gegeven die hij wilde. — 1 Kor. 12:18.
Jehovah heeft elk van zijn trouwe aanbidders liefdevol een plaats in zijn gemeente gegeven. Hoewel iedereen een andere rol heeft, zijn we allemaal waardevol en hebben we elkaar allemaal nodig. Paulus laat uitkomen dat niemand van ons tegen een andere aanbidder van Jehovah kan zeggen: ‘Ik heb je niet nodig’ (1 Kor. 12:21). Voor vrede in de gemeente moeten we elkaar waarderen en goed samenwerken (Ef. 4:16). Als we in eenheid met elkaar samenwerken, draagt dat bij aan een sterke gemeente waarin iedereen in liefde wordt opgebouwd. Alle ouderlingen in de gemeente zijn aangesteld door Jehovah’s heilige geest. Maar ze hebben uiteenlopende gaven en vaardigheden (1 Kor. 12:17). Sommige zijn nog maar pas aangesteld en hebben relatief weinig ervaring. Andere worden beperkt door hun leeftijd of gezondheid. Toch mag geen enkele ouderling als het ware tegen een collega-ouderling zeggen: ‘Ik heb je niet nodig.’ Elke ouderling moet zich houden aan Paulus’ raad in Romeinen 12:10. w20.08 26 ¶1-2, 4
woensdag 27 april
Het toneel van deze wereld is aan het veranderen. — 1 Kor. 7:31.
Jehovah leidt ons op de weg naar het leven door middel van het aardse deel van zijn organisatie. Ongetwijfeld volg je graag de Bijbelse leiding die we krijgen als het gaat om leerstellige of morele kwesties. Maar hoe reageer je als Gods organisatie een verandering doorvoert die van invloed is op andere aspecten van je leven, zoals de verkoop van de Koninkrijkszaal waar je voor de vergaderingen naartoe gaat? Je zult je vreugde behouden als je bedenkt dat we voor Jehovah werken en dat hij zijn organisatie leidt (Kol. 3:23, 24). Koning David gaf het goede voorbeeld toen hij geld gaf voor de bouw van de tempel. Hij zei: ‘Wie ben ik en wat is mijn volk, dat we dit allemaal vrijwillig mogen geven? Want alles is van u afkomstig, en we geven u wat we uit uw eigen hand hebben gekregen’ (1 Kron. 29:14). Als je bijdragen geeft, geef jij ook aan Jehovah terug wat je uit zijn eigen hand hebt gekregen. Toch waardeert Jehovah het als je je tijd, energie en middelen geeft om zijn werk te ondersteunen (2 Kor. 9:7). w20.11 22-23 ¶14-16
donderdag 28 april
Wie naar de wolken kijkt zal niet oogsten. — Pred. 11:4.
In de prediking wordt succes niet bepaald door hoeveel mensen je helpt Jehovah’s Getuigen te worden (Luk. 8:11-15). Zolang je ermee doorgaat het goede nieuws te prediken en anderen te onderwijzen, beziet Jehovah je als succesvol. Waarom? Omdat je dan gehoorzaam bent aan hem en aan zijn Zoon (Mark. 13:10; Hand. 5:28, 29). We hebben nu een extra stimulans om te prediken: het einde van deze wereld komt snel dichterbij! Er is nog maar weinig tijd voor dit levensreddende werk. Stel het dus niet uit eraan deel te nemen en wacht niet tot de omstandigheden perfect zijn. Kom nu in actie om je motivatie, je kennis van de Bijbel, je moed en je zelfdiscipline te vergroten. Sluit je aan bij de meer dan acht miljoen vissers van mensen. Dan zul je de vreugde van Jehovah ervaren (Neh. 8:10; Luk. 5:10). Neem je voor zo veel mogelijk te prediken en dat vol te houden tot het einde. w20.09 7 ¶18-20
vrijdag 29 april
Bescherm wat je is toevertrouwd. — 1 Tim. 6:20.
We kunnen het ons niet veroorloven te worden afgeleid door een verlangen naar meer geld en spullen. ‘De verleiding van rijkdom’ kan je liefde voor Jehovah, je waardering voor zijn Woord en je verlangen om het met anderen te delen verstikken (Matth. 13:22). Om te beschermen wat Jehovah je heeft toevertrouwd moet je snel in actie komen als je gevaar ziet. Je kunt van tevoren oefenen wat je zult doen als je plotseling een immorele scène, schokkend geweld of afvallig materiaal te zien krijgt op internet of op tv. Als je voorbereid bent op wat er kan gebeuren, ben je in staat snel in actie te komen zodat je kunt ontsnappen aan geestelijke schade en rein blijft in Jehovah’s ogen (Ps. 101:3; 1 Tim. 4:12). Bescherm dus de waardevolle dingen die Jehovah je heeft gegeven: kostbare Bijbelse waarheden en het voorrecht ze aan anderen te onderwijzen. Als je dat doet, zul je een rein geweten hebben, zal je leven echt zinvol zijn en ervaar je de vreugde die het geeft anderen te helpen Jehovah te leren kennen. w20.09 30 ¶16-19
zaterdag 30 april
Je zult je Grootse Onderwijzer met eigen ogen zien. — Jes. 30:20.
Ben jij gedoopt? In dat geval heb je in het openbaar uiting gegeven aan je geloof in Jehovah en aan je wens hem samen met zijn organisatie te dienen. In de manier waarop Jehovah zijn organisatie leidt kun je zijn persoonlijkheid, voornemen en normen terugzien. De volgende drie kenmerken van Jehovah kun je terugzien in zijn organisatie. Ten eerste: ‘God is niet partijdig’ (Hand. 10:34). Uit liefde gaf Jehovah zijn Zoon als ‘losprijs voor iedereen’ (1 Tim. 2:6; Joh. 3:16). Hij gebruikt zijn volk om het goede nieuws te prediken tot iedereen die wil luisteren. Zo helpt hij zo veel mogelijk mensen om voordeel te trekken van de losprijs. Ten tweede: Jehovah is een God van orde en vrede (1 Kor. 14:33, 40). We kunnen dus verwachten dat zijn aanbidders een georganiseerde, vreedzame groep zijn. Ten derde: Jehovah is de ‘Grootse Onderwijzer’ (Jes. 30:21). Vandaar dat zijn organisatie erop gericht is zijn geïnspireerde Woord te onderwijzen, zowel in de gemeente als in het openbaar. w20.10 20 ¶1-3