Augustus
dinsdag 1 augustus
Vader, vergeef hen. — Luk. 23:34.
Waarschijnlijk had Jezus het over de Romeinse soldaten die de spijkers door zijn handen en voeten sloegen. Jezus werd niet verbitterd en haatdragend door het onrecht dat hij leed (1 Petr. 2:23). Wees net als Jezus bereid anderen te vergeven (Kol. 3:13). Soms bieden mensen, zelfs familieleden, ons tegenstand omdat ze onze overtuigingen en onze levenswijze niet begrijpen. Het kan zijn dat ze over ons liegen, ons in het bijzijn van anderen vernederen, onze lectuur verscheuren of zelfs met geweld dreigen. In plaats van haatdragend te worden kun je Jehovah vragen de ogen van onze tegenstanders te openen zodat ze de waarheid gaan zien (Matth. 5:44, 45). Soms kan het moeilijk zijn om te vergeven, vooral als je heel onrechtvaardig bent behandeld. Maar als je in je hart verbitterd en haatdragend blijft, doe je jezelf pijn (Ps. 37:8). Als je besluit te vergeven, kies je ervoor je niet door negatieve ervaringen te laten verbitteren (Ef. 4:31, 32). w21.04 8-9 ¶3-4
woensdag 2 augustus
Hoe vaak kwetsten ze hem. — Ps. 78:40.
Heb jij meegemaakt dat iemand van wie je houdt werd uitgesloten? Dat kan echt je hart breken! Bedenk eens hoe Jehovah zich gevoeld moet hebben toen leden van zijn eigen gezin in de hemel hem de rug toekeerden! (Jud. 6) En stel je eens voor hoeveel verdriet het hem deed dat de Israëlieten, van wie hij zo veel hield, steeds weer tegen hem in opstand kwamen (Ps. 78:41). Reken maar dat het onze liefdevolle hemelse Vader ook pijn doet als iemand van wie jij houdt hem verlaat. Hij begrijpt welk verdriet je voelt. Vol medegevoel zal hij je de aanmoediging en steun geven die je nodig hebt. Als iemand Jehovah verlaat, zijn het vaak de ouders die zich afvragen wat ze nog meer hadden kunnen doen zodat hun zoon of dochter in de waarheid was gebleven. ‘Ik gaf mezelf de schuld’, bekende een broeder. ‘Ik had er nachtmerries van.’ Een zuster die in net zo’n situatie zat, dacht steeds weer: wat heb ik als moeder verkeerd gedaan? ‘Voor m’n gevoel had ik gefaald om m’n zoon de waarheid in te prenten.’ w21.09 26 ¶1-2, 4
donderdag 3 augustus
Ze kregen in de gaten dat het ongeschoolde en gewone mensen waren. — Hand. 4:13.
Sommigen vinden dat we geen Bijbelonderwijs kunnen geven omdat we niet aan erkende theologische scholen hebben gestudeerd. Maar ze moeten de feiten onderzoeken. Dat deed de evangelieschrijver Lukas ook. Hij deed moeite om ‘alle dingen vanaf het begin nauwkeurig na te gaan’. Hij wilde dat de lezers van zijn evangelie ‘ervan overtuigd raakten’ dat de dingen die ze over Jezus hadden gehoord ‘inderdaad betrouwbaar waren’ (Luk. 1:1-4). De Joden in Berea waren net als Lukas. Toen ze voor het eerst het goede nieuws over Jezus hoorden, pakten ze de Hebreeuwse Geschriften erbij om na te gaan of het echt klopte (Hand. 17:11). Onderzoek op dezelfde manier de feiten. Vergelijk wat je van Gods aanbidders hebt geleerd met wat de Bijbel zegt. Onderzoek ook de geschiedenis van Jehovah’s aanbidders in deze tijd. Als je de achtergrondinformatie checkt, laat je je niet door vooroordeel of geruchten van de wijs brengen. w21.05 3 ¶7-8
vrijdag 4 augustus
Zet je hart wijd open. — 2 Kor. 6:13.
Is er iemand in jouw gemeente voor wie je gastvrij kunt zijn? Er zijn momenten waarop een broeder of zuster misschien extra behoefte heeft aan je gezelschap. Sommigen vinden het moeilijk op feestdagen bij ongelovige familie te zijn. Anderen hebben het elk jaar zwaar op de sterfdag van een dierbare. Als je aanbiedt op zulke momenten tijd met ze door te brengen, laat je zien dat je echt hun belangen op het oog hebt (Fil. 2:20). Je kunt je om allerlei redenen eenzaam voelen. Maar vergeet nooit dat Jehovah heel goed weet wat je voelt. Hij gebruikt vaak je broeders en zusters om je te geven wat je nodig hebt (Matth. 12:48-50). Je kunt laten zien dat je Jehovah dankbaar bent voor zijn liefdevolle regeling door ook zelf je best te doen om je geestelijke familie te steunen. Hoe je je ook voelt, je bent nooit alleen want Jehovah is altijd bij je! w21.06 13 ¶18-20
zaterdag 5 augustus
Gedraag je altijd goed te midden van de heidenen. Als ze je dan van kwaaddoen beschuldigen, kunnen ze ooggetuige zijn van je goede daden en als gevolg daarvan God eren. — 1 Petr. 2:12.
Jezus bleef altijd positief en ging door met prediken ook al wilden velen niet luisteren. Waarom? Omdat hij wist dat mensen de waarheid moesten weten en hij zo veel mogelijk mensen een kans wilde geven om zijn boodschap over het Koninkrijk te accepteren. Hij wist ook dat mensen die in eerste instantie geen interesse hadden later toch zouden luisteren. Ga maar na wat er in zijn eigen familie gebeurde. Tijdens de drieënhalf jaar dat hij predikte werd geen van zijn broers een discipel (Joh. 7:5). Maar na zijn opstanding werden ze christenen (Hand. 1:14). We weten niet wie uiteindelijk een aanbidder van Jehovah zal worden. De een reageert eerder op onze boodschap dan de ander. Zelfs de mensen die niet naar ons willen luisteren, zien ons goede gedrag en onze positieve houding, en misschien gaan ze uiteindelijk ‘God eren’. w21.05 18 ¶17-18
zondag 6 augustus
Predik onderweg: ‘Het Koninkrijk van de hemel is nabij.’ — Matth. 10:7.
Toen Jezus op aarde was, gaf hij zijn volgelingen werk te doen dat uit twee delen bestaat. Ten eerste zei hij dat ze het goede nieuws van het Koninkrijk moesten prediken. En hij liet ze zien hoe ze dat moesten doen (Luk. 8:1). Jezus bereidde zijn discipelen onder andere voor op positieve en negatieve reacties op de Koninkrijksboodschap (Luk. 9:2-5). Hij voorspelde ook de omvang van het werk toen hij zei dat zijn volgelingen tot ‘alle volken’ zouden prediken (Matth. 24:14; Hand. 1:8). Het tweede dat Jezus zijn volgelingen opdroeg, was dat ze mensen moesten leren wat hij allemaal had geboden. Hij gaf aan dat dit belangrijke werk zou doorgaan tot onze tijd, ‘tot het einde van het tijdperk’ (Matth. 28:18-20). En toen hij aan Johannes de openbaring gaf, maakte hij duidelijk dat hij van al zijn discipelen verwacht dat ze eraan meehelpen mensen over Jehovah te leren (Openb. 22:17). w21.07 2-3 ¶3-4
maandag 7 augustus
Laten we niet verwaand worden, geen competitiegeest aanwakkeren en niet jaloers op elkaar worden. — Gal. 5:26.
Er zijn veel egoïstische mensen die worden gedreven door rivaliteit. Bijvoorbeeld zakenmensen die over lijken gaan om op de concurrentie voor te blijven, sporters die met opzet overtredingen begaan om tegenspelers te blesseren en zo te kunnen winnen, en jongeren die spieken bij toelatingsexamens om op een prestigieuze universiteit te komen. Als christenen beseffen we dat zulk gedrag verkeerd is. Het hoort bij ‘de werken van het vlees’ (Gal. 5:19-21). Maar zou het kunnen dat sommigen zonder het te weten in de gemeente een competitiegeest aanwakkeren? Dat is een belangrijke vraag, want dit kan de eenheid van de broederschap bedreigen. Het is daarom goed stil te staan bij het voorbeeld van trouwe mannen en vrouwen uit Bijbelse tijden die een competitiegeest vermeden. w21.07 14 ¶1-2
dinsdag 8 augustus
Gelukkig wie aandacht heeft voor de zwakke. Op de dag van onheil zal Jehovah hem redden. — Ps. 41:1.
Loyale liefde zet ons ertoe aan hulp te bieden aan degenen die het moeilijk hebben. Net zoals Ruth bij Naomi bleef, zo zijn heel wat lieve personen in de gemeente bereid ‘bij’ ontmoedigde of depressieve broeders en zusters te blijven om ze te steunen. Ze houden van hen en doen graag wat ze kunnen om ze te helpen (Spr. 12:25, vtn.; 24:10). Paulus moedigde ons aan om ‘de moedelozen te bemoedigen, de zwakken te ondersteunen en geduldig te zijn met iedereen’ (1 Thess. 5:14). Je kunt iemand die ontmoedigd is vaak het beste helpen door te luisteren en hem te laten weten dat je van hem houdt. Je vriendelijke aandacht voor een van Jehovah’s kostbare schapen blijft niet onopgemerkt. Spreuken 19:17 zegt: ‘Wie goed is voor een arme leent aan Jehovah, en Hij zal hem terugbetalen voor wat hij doet.’ w21.11 10 ¶11-12
woensdag 9 augustus
Proef en zie dat Jehovah goed is. Gelukkig is de mens die bescherming bij hem zoekt. — Ps. 34:8.
Wat kun je doen om je op de toekomst voor te bereiden? Je moet tevreden zijn met wat je hebt en de meeste vreugde halen uit je band met Jehovah. Hoe beter je onze God leert kennen, hoe sterker je overtuiging dat hij ons kan beschermen als Gog van Magog ons aanvalt. De woorden in de tekst voor vandaag laten zien waarom David wist dat hij op Jehovah’s steun kon rekenen. David had vaak op Jehovah vertrouwd en zijn God had hem nooit teleurgesteld. Toen hij op jonge leeftijd tegenover de Filistijnse reus Goliath stond, zei hij tegen die geduchte tegenstander: ‘Vandaag nog zal Jehovah je in mijn hand geven’ (1 Sam. 17:46). Later was David in dienst bij een koning die hem een paar keer probeerde te vermoorden. Maar ‘Jehovah was met David’ (1 Sam. 18:12). Omdat David in het verleden hulp had gekregen van Jehovah, wist hij dat hij tijdens de problemen van dat moment op hem kon rekenen. w22.01 6 ¶14-15
donderdag 10 augustus
Alle zonen van God jubelden uitbundig. — Job 38:7.
Jehovah is geduldig in alles wat hij doet. Hij neemt zo veel tijd als nodig is om zijn werk af te maken. Dat doet hij zowel tot eer van zijn naam als ten behoeve van anderen. Neem bijvoorbeeld de geleidelijke manier waarop hij de aarde voor de mens klaarmaakte. De Bijbel zegt daarover dat Jehovah ‘haar afmetingen’ bepaalde, ‘haar voetstukken’ legde en ‘haar hoeksteen’ plaatste (Job 38:5, 6). Hij nam zelfs de tijd om zijn werk te evalueren (Gen. 1:10, 12). Stel je eens voor hoe het voor de engelen was om te zien dat alle dingen die Jehovah schiep geleidelijk vorm kregen. Dat moet echt heel boeiend zijn geweest! Op een gegeven moment begonnen ze zelfs ‘uitbundig te jubelen’. Dus de schepping kostte Jehovah duizenden jaren, maar toen hij alles waar hij zo zorgvuldig aan had gewerkt overzag, vond hij het ‘heel goed’ (Gen. 1:31). w21.08 9 ¶6-7
vrijdag 11 augustus
Goed gedaan! Je bent een goede en trouwe slaaf. — Matth. 25:23.
In Jezus’ gelijkenis riep een man voordat hij op reis ging zijn slaven bij zich. Hij gaf ze allemaal talenten om er zaken mee te doen. Daarbij hield hij rekening met hun mogelijkheden. Hij gaf de een vijf talenten, de ander twee en weer een ander één. De eerste twee slaven gingen er meteen mee aan de slag. Maar de derde slaaf deed niets met het geld dat hij had gekregen en werd uiteindelijk weggestuurd. De eerste en de tweede slaaf namen hun verantwoordelijkheid heel serieus. Ze werkten hard in dienst van hun meester. Daardoor konden ze het aantal talenten verdubbelen. En hun harde werk werd beloond. De meester was blij en vertrouwde hun meer verantwoordelijkheid toe! w21.08 21 ¶7; 22 ¶9-10
zaterdag 12 augustus
Nog één keer en ik zal de hemel, de aarde, de zee en het droge land schudden. — Hag. 2:6.
Jehovah heeft in deze laatste dagen veel geduld getoond. Hij wil niet dat er iemand vernietigd wordt (2 Petr. 3:9). Hij geeft iedereen de kans berouw te hebben. Maar er zijn grenzen aan zijn geduld. Mensen die niet voor Gods Koninkrijk kiezen, bevinden zich in net zo’n situatie als de farao in Mozes’ tijd. Jehovah zei tegen de farao: ‘Ik had mijn hand ondertussen al kunnen uitsteken om jou en je volk met een vreselijke ziekte te treffen, en dan zou je van de aarde zijn weggevaagd. Maar dit is de reden dat ik je in leven heb gelaten: om je mijn kracht te tonen en om mijn naam over de hele aarde bekend te laten maken’ (Ex. 9:15, 16). Alle volken zullen uiteindelijk moeten weten dat Jehovah de enige ware God is (Ezech. 38:23). Het schudden uit de tekst voor vandaag betekent eeuwige vernietiging voor iedereen die net als de farao weigert te erkennen dat Jehovah het recht heeft te regeren. w21.09 18-19 ¶17-18
zondag 13 augustus
Wees blij met mensen die blij zijn. Huil met mensen die huilen. — Rom. 12:15.
Het kan echt pijn doen als iemand van wie je houdt wordt uitgesloten. Wat kun je doen als sommigen in de gemeente dingen zeggen waardoor je je nog erger voelt? De realiteit is dat niet iedereen goed reageert (Jak. 3:2). We zijn allemaal onvolmaakt, dus het hoeft je niet te verrassen dat sommigen niet goed weten wat ze moeten zeggen of onbedoeld dingen zeggen die je kwetsen. Denk aan de raad van Paulus: ‘Blijf elkaar verdragen en elkaar van harte vergeven, ook als iemand een reden heeft om over een ander te klagen’ (Kol. 3:13). Blijf trouwe familieleden steun geven. Ze hebben meer dan ooit behoefte aan je liefde en aanmoediging (Hebr. 10:24, 25). Soms hebben gezinsleden van uitgeslotenen het gevoel dat ook zij zijn uitgesloten van omgang met de gemeente. Laat zoiets nooit gebeuren! Jonge personen hebben je complimenten en aanmoediging nodig als hun ouders de waarheid hebben verlaten. w21.09 29 ¶13-14; 30 ¶16
maandag 14 augustus
Wie wijs is, luistert en neemt meer onderwijs in zich op. — Spr. 1:5.
Als een ouder en een jonger persoon met elkaar praten, hebben ze daar allebei voordeel van (Rom. 1:12). Je zult als je wat jonger bent meer waardering krijgen voor de manier waarop Jehovah voor zijn trouwe aanbidders zorgt. En de oudere zal zich geliefd voelen. Hij zal het leuk vinden te vertellen hoe Jehovah hem heeft gezegend. Schoonheid neemt meestal af als je ouder wordt, maar voor Jehovah worden degenen die hem trouw zijn met de jaren alleen maar mooier (1 Thess. 1:2, 3). Waarom kunnen we dat zeggen? Omdat ze zich in de loop van de jaren door Gods geest hebben laten vormen en polijsten. Hoe beter je onze waardevolle oudere broeders en zusters leert kennen en hoe meer je van ze leert, des te beter je gaat zien hoe kostbaar en waardevol ze zijn en hoe meer je ze gaat waarderen! Een gemeente wordt sterker als er niet alleen waardering is van de jongere broeders en zusters voor de ouderen, maar ook andersom. w21.09 7 ¶15-18
dinsdag 15 augustus
Houd op met oordelen, zodat je niet geoordeeld wordt, want met het oordeel waarmee jij oordeelt, zul je geoordeeld worden. — Matth. 7:1, 2.
Pas op dat je nooit kritisch of hardvochtig wordt en doe je best net zo barmhartig te zijn als onze God (Ef. 2:4). Barmhartigheid is meer dan alleen een gevoel. Het is weleens ‘medelijden in actie’ genoemd. Heb dus een open oog voor de behoeften van personen in je familie, gemeente of omgeving. Dan zul je heel wat mogelijkheden vinden om barmhartig te zijn. Is er iemand die behoefte heeft aan troost? Kun je iemand praktische hulp bieden, bijvoorbeeld iets te eten brengen of een klusje doen? Zou je een vriend kunnen zijn voor een herstelde broeder of zuster die behoefte heeft aan opbouwende omgang? Kun je de vertroostende boodschap van het goede nieuws met iemand delen? (Job 29:12, 13; Rom. 10:14, 15; Jak. 1:27) Als je alert bent op zulke behoeften, zul je genoeg mogelijkheden vinden om barmhartig te zijn. En als je barmhartig bent, maak je je hemelse Vader blij, want hij is de barmhartige God. w21.10 13 ¶20-22
woensdag 16 augustus
Jehovah is mijn Herder. Het ontbreekt mij aan niets. — Ps. 23:1.
In Psalm 23 noemt David dingen op die echt blijvende waarde hebben, zoals de vele geestelijke zegeningen die hij heeft omdat hij Jehovah als zijn Herder aanvaardt. Jehovah leidt hem ‘op de paden van rechtvaardigheid’ en steunt hem loyaal in goede en slechte tijden. David beseft dat zijn leven in de ‘groene weiden’ van Jehovah niet zonder problemen zal zijn. Soms raakt hij misschien ontmoedigd, alsof hij ‘in het dal van diepe schaduw’ loopt. Hij zal vijanden hebben. Maar met Jehovah als Herder kan hij zeggen: ‘Ik ben niet bang.’ In welke zin ontbrak het David aan niets? In geestelijk opzicht had hij alles wat hij nodig had. Zijn geluk hing niet af van materiële dingen. David was tevreden met wat Jehovah hem gaf. Dat zijn God hem zegende en beschermde was voor hem het belangrijkste. Davids woorden laten zien hoe belangrijk het is de juiste kijk te hebben op materiële dingen. w22.01 3-4 ¶5-7
donderdag 17 augustus
Iedereen zal zijn eigen beloning krijgen naar zijn eigen werk. — 1 Kor. 3:8.
Ook in het verleden kregen getuigen van Jehovah te maken met mensen die niet wilden luisteren. Noach bijvoorbeeld heeft waarschijnlijk tientallen jaren als ‘prediker van rechtvaardigheid’ gediend (2 Petr. 2:5). Ongetwijfeld hoopte hij dat mensen goed zouden reageren op wat hij predikte, maar Jehovah zei niet dat dat zou gebeuren. Toen hij Noach opdracht gaf de ark te bouwen, zei hij: ‘Je moet de ark in gaan, samen met je zonen, je vrouw en de vrouwen van je zonen’ (Gen. 6:18). Afgaande op de afmetingen en capaciteit van de ark die hij moest bouwen, zal Noach misschien wel beseft hebben dat er niet veel mensen zouden luisteren (Gen. 6:15). Uiteindelijk bleek dat in die gewelddadige wereld niet één persoon goed reageerde (Gen. 7:7). Vond Jehovah dat Noach had gefaald? Absoluut niet. In zijn ogen was Noach een succesvolle prediker omdat hij trouw deed wat van hem was gevraagd (Gen. 6:22). w21.10 26 ¶10-11
vrijdag 18 augustus
Toen ik wegging had ik alles, maar Jehovah heeft me met lege handen laten terugkomen. — Ruth 1:21.
Stel je eens voor wat het met Ruth deed die woorden van Naomi te horen! Ze had alles voor Naomi gedaan. Ze had met haar gehuild, haar getroost en dagenlang met haar gelopen. En nu zegt Naomi, waar Ruth bij staat: ‘Jehovah heeft me met lege handen laten terugkomen.’ Met die woorden ging Naomi totaal voorbij aan de steun van Ruth. Wat moet dat Ruth pijn hebben gedaan! Toch bleef ze Naomi steunen (Ruth 1:3-18). Soms is een zuster misschien zo van streek dat ze pijnlijke dingen tegen je zegt, ook al heb je heel veel voor haar gedaan. Probeer het niet persoonlijk op te vatten. Blijf je zuster steunen en vraag Jehovah je te helpen een manier te vinden om haar te troosten (Spr. 17:17). Misschien aanvaardt ze je hulp niet meteen. Maar loyale liefde kan je ertoe motiveren het te blijven proberen (Gal. 6:2). w21.11 11 ¶17-19
zaterdag 19 augustus
Word zelf heilig in je hele gedrag. — 1 Petr. 1:15.
In de Bijbel duiden de woorden heilig en heiligheid in wezen op reinheid of zuiverheid in moreel en geestelijk opzicht. De termen kunnen ook de gedachte overbrengen van afgezonderd of bestemd zijn voor het dienen van God. Je bent dus heilig als je moreel zuiver bent, als je Jehovah op een aanvaardbare manier dient en als je een hechte band met hem hebt. Wat een bijzondere gedachte dat je een band kunt hebben met onze heilige God! Daar word je toch stil van? Helemaal als we ons gaan verdiepen in wat de Bijbel ons over Jehovah’s heiligheid leert. Jehovah is in elk opzicht zuiver en rein. Dat kun je opmaken uit wat er over hem is gezegd door serafs, engelen die dicht bij zijn troon zijn. Ze riepen: ‘Heilig, heilig, heilig is Jehovah van de legermachten’ (Jes. 6:3). Natuurlijk kunnen de engelen alleen een hechte band met hun heilige God hebben omdat ze zelf ook heilig zijn. w21.12 3 ¶4-5
zondag 20 augustus
Let er goed op welke weg je gaat, dat jullie je niet als dwazen maar als wijzen gedragen. En gebruik je tijd zo goed mogelijk. — Ef. 5:15, 16.
Als je nog jong bent, denk je waarschijnlijk vaak aan wat je met je leven gaat doen. Aan de ene kant zeggen ongelovige familieleden, mentoren of decanen misschien dat je hoger onderwijs moet volgen zodat je voor een mooie carrière kunt gaan. Maar die keuze gaat je waarschijnlijk veel tijd kosten. Aan de andere kant moedigen je ouders en vrienden in de gemeente je misschien aan je leven te gebruiken om Jehovah te dienen. Wat kan een jongere die van Jehovah houdt helpen de beste beslissing te nemen? Het is goed om Efeziërs 5:15-17 te lezen en daarover te mediteren. Vraag je af: Wat is ‘de wil van Jehovah’? Welke beslissing zal hem blij maken? Welke keuze zal me helpen mijn tijd zo goed mogelijk te gebruiken? Bedenk dat ‘we in een slechte tijd leven’. Binnenkort komt er een eind aan deze wereld, die in Satans macht ligt. w22.01 27 ¶5
maandag 21 augustus
Zijn broers geloofden namelijk niet in hem. — Joh. 7:5.
Wanneer werd Jakobus een loyale volgeling van Jezus? Jezus is na zijn opstanding ‘aan Jakobus verschenen, daarna aan alle apostelen’ (1 Kor. 15:7). Dat weerzien met Jezus moet een keerpunt in Jakobus’ leven zijn geweest. Hij was erbij toen de apostelen in een bovenkamer in Jeruzalem in afwachting waren van de beloofde heilige geest (Hand. 1:13, 14). Later kreeg hij het mooie voorrecht als lid van het besturende lichaam te dienen (Hand. 15:6, 13-22; Gal. 2:9). En ergens vóór het jaar 62 schreef hij onder inspiratie een brief aan gezalfde christenen, een brief waar ook personen met een aardse hoop veel aan hebben (Jak. 1:1). Volgens de geschiedschrijver Josephus werd Jakobus terechtgesteld op bevel van de Joodse hogepriester Ananus. Jakobus bleef tot het einde van zijn leven op aarde trouw aan Jehovah. w22.01 8 ¶3; 9 ¶5
dinsdag 22 augustus
Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? — Matth. 27:46.
Eén les die je uit de tekst voor vandaag kunt halen, is dat je niet kunt verwachten dat Jehovah je afschermt tegen moeilijkheden die je geloof op de proef stellen. Wees bereid om als dat nodig is net als Jezus tot de dood trouw te blijven (Matth. 16:24, 25). Gelukkig hebben we de verzekering dat God niet toelaat dat je wordt beproefd boven wat je aankunt (1 Kor. 10:13). Nog een les is dat je net als Jezus onrecht te verduren kunt krijgen (1 Petr. 2:19, 20). Mensen die tegenstand bieden doen dat niet omdat je iets verkeerds hebt gedaan maar omdat je geen deel van de wereld bent en van de waarheid getuigt (Joh. 17:14; 1 Petr. 4:15, 16). Hoewel Jezus begreep waarom Jehovah toestond dat hij lijden onderging, hebben andere trouwe aanbidders zich soms afgevraagd waarom Jehovah bepaalde beproevingen toestond (Hab. 1:3). Onze barmhartige en geduldige God heeft daar begrip voor. Zulke personen hebben geen gebrek aan geloof, maar ze hebben de troost nodig die alleen hij kan geven (2 Kor. 1:3, 4). w21.04 11 ¶9-10
woensdag 23 augustus
Laat mijn gebed zijn als wierook die voor u is bereid. — Ps. 141:2.
Jehovah zal onze aanbidding aanvaarden als we zijn wil doen en hem liefhebben en respecteren. We weten dat hij aanbidding verdient. Daarom willen we hem graag aanbidding geven van de hoogste kwaliteit. Je aanbidt Jehovah onder meer als je tot hem bidt. De Bijbel vergelijkt onze gebeden met de speciaal bereide wierook die in de tabernakel en later in de tempel werd gebrand. Die wierook was aangenaam voor God. Hetzelfde effect hebben je oprechte gebeden op hem. Ze ‘maken hem blij’, ook al gebruik je heel eenvoudige woorden (Spr. 15:8; Deut. 33:10). Het raakt Jehovah’s hart te horen hoe je je liefde en waardering onder woorden brengt. Hij wil dat je met hem deelt wat je bezighoudt, waar je op hoopt en waar je naar verlangt. Zou je er van tevoren goed over na kunnen denken wat je in gebed gaat zeggen? Dat zal je helpen je hemelse Vader de beste ‘wierook’ aan te bieden. w22.03 20 ¶2; 21 ¶7
donderdag 24 augustus
Jullie die onderdrukt worden, zullen samen met ons verlichting krijgen bij de openbaring van de Heer Jezus. Dan verschijnt hij vanuit de hemel met zijn krachtige engelen. — 2 Thess. 1:7.
In Armageddon hebben wij niet in de hand voor wie Jehovah barmhartig zal zijn en voor wie niet (Matth. 25:34, 41, 46). Zul je dan op Jehovah’s oordeel vertrouwen of zal het je tot struikelen brengen? Het mag duidelijk zijn dat het nu de tijd is meer vertrouwen in Jehovah op te bouwen zodat je hem in de toekomst onvoorwaardelijk vertrouwt. Stel je eens voor hoe het in de nieuwe wereld zal zijn. Er zal geen valse religie meer zijn, geen hebzuchtige commerciële wereld en geen politieke machten die mensen onderdrukken en ellende veroorzaken. Geen last meer van gezondheidsproblemen, ouderdomskwalen of het gemis van dierbaren als je ’s ochtends opstaat. Satan en zijn demonen zullen duizend jaar worden opgesloten. De gevolgen van hun opstand zijn dan verdwenen (Openb. 20:2, 3). Wat zul je dankbaar zijn dat je op Jehovah’s aanpak hebt vertrouwd! w22.02 6-7 ¶16-17
vrijdag 25 augustus
Gelukkig zijn de vredestichters. — Matth. 5:9.
Jezus nam het initiatief om vrede te stichten en moedigde mensen aan conflicten bij te leggen. Hij leerde ze dat ze vrede moeten sluiten met hun broeder als ze willen dat Jehovah hun aanbidding aanvaardt (Matth. 5:23, 24). En hij hielp de apostelen herhaaldelijk om te stoppen met ruziën over wie de grootste was (Luk. 9:46-48; 22:24-27). Om een vredestichter te zijn, moet je meer doen dan conflicten vermijden. Neem het initiatief om vrede te sluiten en moedig je broeders en zusters aan meningsverschillen bij te leggen (Fil. 4:2, 3; Jak. 3:17, 18). Vraag je af: Wat ben ik bereid op te offeren om met iemand vrede te sluiten? Blijf ik lang boos als een broeder of zuster me kwetst? Wacht ik tot de ander het initiatief neemt om de vrede te herstellen of doe ik zelf de eerste stap, ook al lijkt de schuld bij hem te liggen? w22.03 10-11 ¶10-11
zaterdag 26 augustus
Geven maakt gelukkiger dan ontvangen. — Hand. 20:35.
Volgens de Bijbel zou Gods volk ‘zich bereidwillig aanbieden’ om hem onder leiding van zijn Zoon te dienen (Ps. 110:3). Die profetie gaat nu echt in vervulling. Elk jaar besteden ijverige aanbidders van Jehovah honderden miljoenen uren aan de prediking. Dat doen ze vrijwillig en op eigen kosten. Ze nemen ook de tijd om hun broeders en zusters fysiek, emotioneel en geestelijk te steunen. Aangestelde broeders besteden uren aan het voorbereiden van aandelen en aan herderlijke zorg. Waarom wordt al dat werk gedaan? Uit liefde voor Jehovah en uit naastenliefde (Matth. 22:37-39). Jezus gaf een mooi voorbeeld door meer bezig te zijn met de belangen van anderen dan die van zichzelf. Wij doen ons best in zijn voetstappen te treden (Rom. 15:1-3). Het heeft veel voordelen hem na te volgen. w22.02 20 ¶1-2
zondag 27 augustus
Het loon van een loonarbeider mag je niet de hele nacht vasthouden tot de volgende ochtend. — Lev. 19:13.
In een agrarische samenleving als Israël moesten loonarbeiders aan het eind van elke werkdag betaald worden. Anders zouden ze beroofd worden van het geld dat ze nodig hadden om hun gezin die dag te eten te geven. Jehovah legde uit: ‘Hij zit in nood en zonder zijn loon kan hij niet leven’ (Deut. 24:14, 15; Matth. 20:8). In deze tijd krijgen de meeste werknemers hun salaris niet dagelijks maar maandelijks uitbetaald. Maar het principe achter Leviticus 19:13 geldt nog steeds. Er zijn werkgevers die misbruik maken van hun werknemers en ze zwaar onderbetalen. Ze weten misschien dat de werknemers geen andere keus hebben dan voor een hongerloon te blijven werken. In zekere zin komen zulke praktijken neer op ‘het loon van een loonarbeider vasthouden’. Een christen die mensen in dienst heeft, zou dat punt zeker ter harte willen nemen. w21.12 10 ¶9-10
maandag 28 augustus
Ik heb dorst. — Joh. 19:28.
Jezus zal na al het lijden en de vreselijke pijn aan de martelpaal dorst hebben gehad. Hij had hulp nodig om zijn dorst te lessen. Jezus had er geen moeite mee te vertellen wat hij nodig had. Misschien doe jij dat liever niet. Maar als je hulp nodig hebt, aarzel dan niet daar om te vragen. Als je bijvoorbeeld al wat ouder bent of een slechte gezondheid hebt, moet je misschien een vriend vragen je naar de winkel of de dokter te brengen. Als je ontmoedigd bent, moet je misschien een ouderling of een andere rijpe christen vragen om naar je te luisteren of je met ‘een goed woord’ op te vrolijken (Spr. 12:25). Vergeet niet dat je broeders en zusters van je houden en je willen helpen in ‘tijden van nood’ (Spr. 17:17). Maar ze kunnen geen gedachten lezen. Vaak weten ze pas dat je hulp nodig hebt als je iets zegt. w21.04 11-12 ¶11-12
dinsdag 29 augustus
Als je de moed laat zakken op de dag van ellende, zul je weinig kracht hebben. — Spr. 24:10.
Velen hebben moeite met verandering. Sommige broeders en zusters hebben na jaren van speciale volletijddienst een andere toewijzing gekregen. Andere hebben vanwege hun leeftijd een dierbaar voorrecht moeten opgeven. Het is normaal om in zo’n geval teleurstelling te voelen. Je kunt beter met verandering omgaan als je de dingen vanuit Jehovah’s perspectief bekijkt. Hij brengt nu geweldige dingen tot stand en wij hebben het unieke voorrecht met hem samen te werken (1 Kor. 3:9). Jehovah’s liefde voor jou verandert niet. Dus als een verandering in de organisatie van invloed is op jou persoonlijk, voorkom dan dat je vastloopt in het hoe en waarom van de verandering. Verlang niet naar ‘vroeger’ maar vraag Jehovah je te helpen het goede in de verandering te zien (Pred. 7:10). Een positieve instelling is belangrijk. Daarmee kun je Jehovah zelfs bij veranderingen trouw en vol vreugde blijven dienen. w22.03 17 ¶11-12
woensdag 30 augustus
Jehovah, Jehovah, een God die loyale liefde toont voor duizenden. — Ex. 34:6, 7.
Voor wie heeft Jehovah loyale liefde? Volgens de Bijbel zijn er een heleboel dingen waar je van kunt houden. Bijvoorbeeld ‘landbouw’, ‘wijn en olie’, ‘correctie’, ‘kennis’ en ‘wijsheid’, om er maar een paar te noemen (2 Kron. 26:10; Spr. 12:1; 21:17; 29:3). Loyale liefde wordt echter nooit getoond voor dingen of begrippen, alleen voor personen. Maar Jehovah heeft niet voor iedereen loyale liefde. Die liefde reserveert hij voor wie een speciale band met hem hebben. Onze God is loyaal voor zijn vrienden. Hij heeft geweldige dingen voor hen in gedachten en zal ze nooit afschrijven. Jehovah heeft liefde getoond voor alle mensen. Jezus zei tegen Nikodemus: ‘Gods liefde voor de wereld was zo groot dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, zodat iedereen die in hem gelooft niet vernietigd zal worden, maar eeuwig leven zal hebben’ (Joh. 3:1, 16; Matth. 5:44, 45). w21.11 2 ¶3; 3 ¶6-7
donderdag 31 augustus
Door te volharden zul je je leven redden. — Luk. 21:19.
Het leven in deze wereld is zwaar, en in de toekomst wordt het misschien nog moeilijker (Matth. 24:21). Wat verlangen we naar de tijd dat dat allemaal achter ons ligt — vergeten en voorgoed verdwenen! (Jes. 65:16, 17) Het is dus belangrijk dat we in staat zijn te volharden. Jezus zei namelijk: ‘Door te volharden zul je je leven redden’ (Luk. 21:19). Nadenken over personen die volharden onder vergelijkbare problemen kan ons helpen te blijven volharden. Wie is het beste voorbeeld van volharding? Jehovah God. Dat verbaast je misschien, maar het is niet zo vreemd. Ga maar na: Deze wereld ligt in de macht van de Duivel en daarom zijn er zo veel problemen. Jehovah heeft de macht er direct iets aan te doen, maar daar wacht hij nog mee (Rom. 9:22). Ondertussen volhardt onze God tot de tijd die hij heeft vastgesteld om in te grijpen. w21.07 8 ¶2-4