Januari
maandag 1 januari
Ik stuur Timotheüs naar jullie toe, want hij is mijn geliefde en trouwe kind in de Heer. — 1 Kor. 4:17.
Wat maakte Timotheüs bruikbaar voor Jehovah? Zijn mooie christelijke eigenschappen (Fil. 2:19-22). Uit Paulus’ woorden over Timotheüs kun je opmaken dat hij nederig, loyaal, ijverig en betrouwbaar was. Hij gaf veel om zijn broeders en zusters. Om die reden hield Paulus van Timotheüs en aarzelde hij niet om hem moeilijke taken toe te vertrouwen. Je kunt je dus geliefd maken bij Jehovah en bruikbaarder worden voor de gemeente als je werkt aan eigenschappen waar hij van houdt (Ps. 25:9; 138:6). Denk er onder gebed over na waar nog ruimte voor verbetering is in je persoonlijkheid. Kies één specifieke eigenschap waar je je op wilt richten. Zou je kunnen werken aan je inlevingsvermogen? Kun je proberen vreedzamer te worden? Moet je werken aan je bereidheid om te vergeven? Je zou een goede vriend kunnen vragen om suggesties ter verbetering (Spr. 27:6). w22.04 23 ¶4-5
dinsdag 2 januari
Laat iedereen zijn eigen daden overdenken. — Gal. 6:4.
Jehovah wil dat we gelukkig zijn. Dat weten we omdat vreugde een aspect is van de vrucht van zijn heilige geest (Gal. 5:22). Omdat geven gelukkiger maakt dan ontvangen, krijgen we een diep gevoel van vreugde als we druk bezig zijn in de dienst en onze broeders en zusters op allerlei manieren helpen (Hand. 20:35). Uit wat Paulus in de tekst voor vandaag schrijft kun je opmaken wat je zal helpen je vreugde te behouden. Om te beginnen moet het je doel zijn Jehovah het beste te geven dat jij in je hebt. Als je dat doet, moet je daar gelukkig mee zijn (Matth. 22:36-38). Daarnaast moet je voorkomen dat je jezelf met anderen gaat vergelijken. Wees Jehovah dankbaar, wat het ook is dat je met jouw gezondheid, opleiding of talent in staat bent te doen. Gaat een bepaald aspect van de dienst anderen beter af dan jou? Wees dan blij dat ze hun talenten gebruiken om Jehovah te loven. w22.04 10 ¶1-2
woensdag 3 januari
Je bevrijding is dichtbij. — Luk. 21:28.
Er zal plotseling een eind komen aan valse religie, en dat zal de wereld verrassen (Openb. 18:8-10). De vernietiging van Babylon de Grote zal wereldschokkend zijn en zou tot ontberingen kunnen leiden. Maar Gods volk zal minstens twee redenen hebben om blij te zijn. Die eeuwenoude vijand van Jehovah God zal voorgoed verdwenen zijn en onze bevrijding van deze slechte wereld zal dichtbij zijn. Daniël voorspelde: ‘De ware kennis zal overvloedig worden.’ En dat is inderdaad gebeurd. We hebben nu een goed begrip van profetieën die over onze tijd gaan (Dan. 12:4, 9, 10). De betrouwbaarheid van die profetieën vervult ons met ontzag voor Jehovah en zijn geïnspireerde Woord (Jes. 46:10; 55:11). Versterk dan ook je geloof door ijverig de Bijbel te blijven bestuderen en door anderen te helpen in een goedgekeurde verhouding tot Jehovah te komen. Hij zal allen beschermen die volledig op hem steunen en hij zal ze ‘altijd vrede’ geven (Jes. 26:3). w22.07 7 ¶16-17
donderdag 4 januari
Ze verzamelden hen op de plaats die in het Hebreeuws Armageddon wordt genoemd. — Openb. 16:16.
Het boek Openbaring maakt duidelijk dat Gods hemelse Koninkrijk is opgericht en dat Satan uit de hemel is verdreven (Openb. 12:1-9). Dat betekent vrede voor de hemel maar problemen voor ons op aarde. Satans woede is namelijk gericht op degenen die Jehovah hier dienen (Openb. 12:12, 15, 17). Hoe kun je Jehovah trouw blijven onder de aanvallen van Satan? (Openb. 13:10) Daarvoor is het belangrijk dat je weet wat er in de toekomst gaat gebeuren. In Openbaring beschrijft Johannes bijvoorbeeld enkele zegeningen die we binnenkort zullen meemaken. Een van die zegeningen is de vernietiging van Gods vijanden. In het eerste vers van Openbaring staat dat de informatie is overgebracht ‘in symbolen’ of symbolische taal (Openb. 1:1). w22.05 8 ¶1-3
vrijdag 5 januari
Aan het einde van de dagen zal ik je op mijn land af sturen zodat de volken mij kennen als ik mij voor hun ogen heilig door jou, Gog. — Ezech. 38:16.
Het duidelijke standpunt van Jehovah’s trouwe aanbidders zal de woede opwekken van degenen die zich tegen Jehovah verzetten. Dan zal een coalitie van landen Gods volk overal op aarde aanvallen. Die krankzinnige daad van agressie wordt profetisch aangeduid als de aanval van Gog van Magog (Ezech. 38:14, 15). Hoe zal Jehovah op die boosaardige aanval reageren? Hij zegt: ‘Mijn grote woede zal oplaaien’ (Ezech. 38:18, 21-23). In Openbaring 19 wordt beschreven wat er dan gebeurt. Jehovah stuurt zijn Zoon eropuit om zijn volk te beschermen en hun vijanden te verslaan. Jezus zal de tegenaanval inzetten met ‘de legers in de hemel’: de trouwe engelen en de 144.000 (Openb. 17:14; 19:11-15). Wat is de uitkomst van die oorlog? Totale vernietiging van alle mensen en organisaties die tegen Jehovah gekant zijn (Openb. 19:19-21). w22.05 17 ¶9-10
zaterdag 6 januari
Ik zal vijandschap stichten tussen jou en de vrouw. — Gen. 3:15.
Kort nadat Adam en Eva hadden gezondigd, sprak Jehovah een bijzondere profetie uit die hun nakomelingen hoop gaf. Wat hij zei staat opgeschreven in Genesis 3:15: ‘Ik zal vijandschap stichten tussen jou en de vrouw en tussen jouw nageslacht en haar nageslacht. Hij zal jouw kop verbrijzelen en jij zult hem in de hiel treffen.’ Hoewel de profetie in het eerste boek van de Bijbel staat, is elk ander Bijbelboek er op een of andere manier mee verweven. Net zoals de rug van een gedrukt boek alle bladzijden samenbindt, zo verbinden de woorden in Genesis 3:15 de inhoud van elk Bijbelboek tot een eensluidende boodschap. Die boodschap is dat God een Bevrijder stuurt om de Duivel en al zijn slechte volgelingen te vernietigen. Dat zal echt een zegen zijn voor iedereen die van Jehovah houdt! Door de Bijbel te bestuderen kom je erachter hoe de profetie in vervulling gaat en wat het voor ons betekent. w22.07 14 ¶1-3
zondag 7 januari
Jehovah zelf geeft wijsheid. — Spr. 2:6.
Vraag Jehovah je de wijsheid te geven die je nodig hebt om je kinderen te helpen liefde voor hem te ontwikkelen (Jak. 1:5). Hij is de beste persoon om advies te geven. Waarom? Daar zijn minstens twee redenen voor. Ten eerste is Jehovah de ouder met de meeste ervaring (Ps. 36:9). En ten tweede zijn de adviezen die hij geeft altijd goed voor je (Jes. 48:17). Jehovah geeft ouders heel veel Bijbels materiaal waarmee ze hun kinderen kunnen leren van hem te houden (Matth. 24:45). Je kunt bijvoorbeeld veel praktische adviezen vinden in de artikelenserie ‘Hulp voor het gezin’, die een aantal jaren in de Ontwaakt! is verschenen en nu beschikbaar is op jw.org. Op de site staan ook veel video’s met interviews en nagespeelde situaties die je kunnen helpen bij de opvoeding Jehovah’s raad op te volgen (Spr. 2:4, 5). w22.05 27 ¶4-5
maandag 8 januari
Als u op zonden zou letten, Jah, wie kan dan standhouden, Jehovah? — Ps. 130:3.
Als het om vergeven gaat, is Jehovah ongeëvenaard. Niemand in het universum vergeeft zoals hij. Waarom kunnen we dat zeggen? Ten eerste omdat hij altijd bereid is te vergeven. Ten tweede omdat hij ons door en door kent. Hij weet alles van ons en is de beste persoon om te beoordelen of we echt berouw hebben. En ten derde omdat hij volledig vergeeft zodat we met een schone lei kunnen beginnen. Je krijgt dan een zuiver geweten en de goedkeuring van Jehovah. Zolang we onvolmaakt zijn, zullen we blijven zondigen. Maar we kunnen troost putten uit de woorden in Inzicht in de Schrift (Deel 1, blz. 285): ‘Daar Jehovah de vleselijke zwakheid van zijn dienstknechten met barmhartigheid beziet, hoeven zij niet in een voortdurende staat van wroeging te verkeren wegens de fouten die zij begaan als gevolg van inherente onvolmaaktheid (Ps 103:8-14; 130:3). Indien zij gewetensvol Gods wegen bewandelen, kunnen zij vreugde hebben (Fil 4:4-6; 1Jo 3:19-22).’ w22.06 7 ¶18-19
dinsdag 9 januari
Jullie zullen ter wille van mijn naam voor koningen en bestuurders gesleept worden. — Luk. 21:12.
Angst voor tegenstand van regeringen is niet Satans enige wapen. Sommigen hebben, als ze in de waarheid komen, meer angst voor de reactie van familieleden dan voor fysiek geweld. Ze houden veel van hun familie en willen graag dat ze Jehovah leren kennen en liefhebben. En het doet pijn als ze respectloos spreken over de ware God of zijn aanbidders. In sommige gevallen zijn familieleden die in eerste instantie tegenstand boden later toch in de waarheid gekomen. Maar wat als ze alle banden met je verbreken vanwege je nieuwe geloof? Hoe reageer je dan? De prachtige woorden in Psalm 27:10 kunnen je echt versterken. Als je bedenkt hoeveel Jehovah van je houdt, geeft dat een veilig gevoel wanneer je tegenstand krijgt. En het geeft je het vertrouwen dat hij je volharding zal belonen. In fysiek, emotioneel en geestelijk opzicht kan Jehovah je veel meer geven dan wie maar ook. w22.06 16-17 ¶11-13
woensdag 10 januari
Christus zelf heeft voor jullie geleden en jullie zo een voorbeeld nagelaten zodat jullie nauwkeurig in zijn voetstappen zouden treden. — 1 Petr. 2:21.
Jezus werd tijdens zijn bediening uitgemaakt voor dronkaard, veelvraat, werktuig van de Duivel, sabbatschender en zelfs godslasteraar (Matth. 11:19; 26:65; Luk. 11:15; Joh. 9:16). Toch ging hij niet met harde woorden terugslaan. Net als Jezus moeten wij mensen nooit met gelijke munt terugbetalen als ze grof tegen ons zijn (1 Petr. 2:22, 23). Maar het is niet altijd makkelijk je te beheersen (Jak. 3:2). Wat kan je daarbij helpen? Probeer verder te kijken dan de onvriendelijke reactie van een huisbewoner. Sam zegt: ‘Waar ik op probeer te focussen, is dat de huisbewoner echt de waarheid moet horen en dat hij kan veranderen.’ Soms is een huisbewoner alleen maar boos omdat je ongelegen komt. Als je wordt geconfronteerd met iemand die kwaad is, kun je kort in gebed gaan om te vragen of Jehovah je helpt kalm te blijven en niets onaardigs of respectloos te zeggen. w22.04 6 ¶8-9
donderdag 11 januari
Nader tot God. — Jak. 4:8.
Je kunt je kinderen helpen een band met Jehovah op te bouwen door de Bijbel met ze te bestuderen (2 Tim. 3:14-17). Maar de Bijbel laat zien dat er nog een manier is om Jehovah te leren kennen. In het boek Spreuken herinnert een vader zijn zoon er kennelijk aan de eigenschappen van Jehovah, die waarneembaar zijn in de schepping, nooit uit het oog te verliezen (Spr. 3:19-21). Als ouder ben je ongetwijfeld graag met je kinderen in de natuur. Gebruik jullie tijd samen om ze te helpen de link te leggen tussen ‘alles wat gemaakt is’ en de schitterende eigenschappen van Jehovah (Rom. 1:20). Jezus maakte in zijn onderwijs gebruik van de schepping. Zo vroeg hij zijn discipelen eens om naar de raven en de lelies te kijken (Luk. 12:24, 27-30). Hij leerde zijn discipelen een krachtige les over de vrijgevigheid en goedheid van hun hemelse Vader. Hij leerde ze dat Jehovah zijn trouwe aanbidders zal voeden en kleden zoals hij dat ook doet met de raven en de bloemen. w23.03 20 ¶1-4
vrijdag 12 januari
Wat jullie ook vragen in mijn naam, dat zal ik doen, zodat de Vader geëerd wordt vanwege de Zoon. — Joh. 14:13.
We zijn Jehovah dankbaar dat we via zijn Zoon tot hem kunnen bidden. Jehovah gebruikt Jezus om onze verzoeken in te willigen. Het zijn de gebeden in Jezus’ naam waarnaar Jehovah luistert en die hij verhoort. Jehovah vergeeft je zonden op basis van Jezus’ loskoopoffer (Rom. 5:1). Volgens de Bijbel is Jezus onze ‘hogepriester’ die ‘heeft plaatsgenomen aan de rechterhand van de troon van de Majesteit in de hemel’ (Hebr. 8:1). Jezus is onze ‘helper bij de Vader’ (1 Joh. 2:1). Wat zijn we dankbaar dat Jehovah ons een meelevende Hogepriester heeft gegeven die onze zwakheden begrijpt en ‘voor ons pleit’! (Rom. 8:34; Hebr. 4:15) Zonder Jezus’ offer zouden we Jehovah niet in gebed kunnen naderen. Je bent het er vast mee eens dat we Jehovah nooit genoeg kunnen bedanken voor het kostbare geschenk dat hij ons heeft gegeven: zijn dierbare Zoon! w22.07 23 ¶10-12
zaterdag 13 januari
Iemand die betrouwbaar is kan iets vertrouwelijk houden. — Spr. 11:13.
Een betrouwbaar persoon probeert zijn beloften na te komen en vertelt de waarheid (Ps. 15:4). Mensen weten dat ze op hem kunnen rekenen. Natuurlijk wil je graag zo iemand voor je broeders en zusters zijn. Je kunt mensen niet dwingen je te vertrouwen. Vertrouwen moet je verdienen. Het is te vergelijken met geld. Je moet er hard voor werken maar bent het zo weer kwijt. Jehovah heeft zeker je vertrouwen verdiend. ‘Alles wat hij doet is betrouwbaar’ (Ps. 33:4). En hij verwacht dat we hem navolgen (Ef. 5:1). Wat zijn we Jehovah dankbaar dat hij ons heeft getrokken tot een familie van lieve, betrouwbare broeders en zusters! Elk van ons heeft de verantwoordelijkheid het vertrouwen van broeders en zusters te verdienen. Als je blijft werken aan liefde, nederigheid, inzicht, eerlijkheid en zelfbeheersing, draag je bij aan een sfeer van vertrouwen in de gemeente. Volg dus onze God, Jehovah, na en blijf bewijzen dat je betrouwbaar bent. w22.09 8 ¶1-2; 13 ¶17
zondag 14 januari
Jehovah waakt. — Ps. 33:18.
Hoewel je een grote familie van broeders en zusters hebt, kun je soms toch het gevoel krijgen er alleen voor te staan. Het kan ook zijn dat je met negatieve emoties worstelt en denkt dat je die gevoelens in je eentje de baas moet worden. Maar Jehovah wil niet dat je je zo voelt. Denk maar eens aan Elia. Jehovah deed een aantal dingen om Elia te helpen. Hij moedigde hem aan om te praten. Twee keer vroeg hij: ‘Wat doe je hier, Elia?’ (1 Kon. 19:9, 13) Beide keren luisterde Jehovah toen Elia zijn hart uitstortte. Hij verzekerde Elia ervan dat er nog vele anderen waren die hem aanbaden (1 Kon. 19:11, 12, 18). Ongetwijfeld was Elia opgelucht toen hij zijn hart bij Jehovah had uitgestort en antwoord had gekregen. Jehovah gaf Elia een aantal belangrijke opdrachten. Hij vroeg hem Hazaël tot koning over Syrië te zalven, Jehu tot koning over Israël en Elisa tot profeet (1 Kon. 19:15, 16). Door Elia die taken te geven, hielp Jehovah hem om zich op positieve dingen te richten. Hij gaf hem ook een goede vriend, Elisa. w22.08 8 ¶3; 9 ¶5
maandag 15 januari
Blijf elkaar aanmoedigen en opbouwen. — 1 Thess. 5:11.
Heb je weleens met je gemeente een Koninkrijkszaal gebouwd of gerenoveerd? Ongetwijfeld weet je dan nog hoe de eerste vergadering in de nieuwe zaal was. Wat was je Jehovah dankbaar! Misschien was je zelfs zo ontroerd dat je nauwelijks het openingslied kon zingen. We bouwen mooie Koninkrijkszalen tot eer van Jehovah. Maar we eren hem nog meer met een ander soort bouwwerk. Het gaat om iets dat waardevoller is dan letterlijke gebouwen. Het gaat om het opbouwen van de mensen die naar die plaatsen van aanbidding komen. Paulus had dit soort figuurlijke bouwprogramma’s in gedachten toen hij schreef wat in de tekst voor vandaag staat. Paulus is een uitstekend voorbeeld van iemand die wist hoe je geloofsgenoten moet opbouwen. Hij had medegevoel. Je kunt hem navolgen en je broeders en zusters opbouwen (1 Kor. 11:1). w22.08 20 ¶1-2
dinsdag 16 januari
Dan zullen jullie een leven leiden dat Jehovah waardig is. — Kol. 1:10.
In Gods ogen is een rechtvaardig mens iemand die zuiver en eerlijk is in het zakendoen. Daarnaast is het iemand die van gerechtigheid houdt en het haat als mensen oneerlijk worden behandeld. Bovendien is het iemand die bij zijn beslissingen rekening houdt met Jehovah’s kijk omdat hij hem graag ‘in alles blij maakt’. Volgens de Bijbel vindt rechtvaardigheid zijn oorsprong bij Jehovah. Hij wordt dan ook ‘de woonplaats van rechtvaardigheid’ genoemd (Jer. 50:7). Als Schepper is hij de enige die het recht heeft te bepalen wat goed of slecht is. Zijn rechtvaardigheidsgevoel is ver verheven boven je eigen kijk (Spr. 14:12; Jes. 55:8, 9). Maar omdat we naar Gods beeld zijn gemaakt, zijn we in staat naar zijn rechtvaardige normen te leven (Gen. 1:27). En dat doen we graag. Uit liefde proberen we onze Vader zo goed mogelijk na te volgen (Ef. 5:1). w22.08 27 ¶5-6
woensdag 17 januari
Probeer te begrijpen wat de wil van Jehovah is. — Ef. 5:17.
Als je bezorgd of ontmoedigd bent, ga je misschien afleiding zoeken om de problemen te vergeten. Hoewel dat begrijpelijk is, moet je oppassen dat je je niet laat verleiden tot iets dat Jehovah haat (Ef. 5:10-12, 15-16). In de brief aan de Filippenzen gaf Paulus christenen de raad aandacht te blijven besteden aan alles wat rechtvaardig, eerbaar, lieflijk en deugdzaam is (Fil. 4:8). Hoewel Paulus het niet specifiek over ontspanning had, moet wat hij schreef wel van invloed zijn op wat je in je vrije tijd doet. Probeer het algemene ‘alles’ in het vers eens te vervangen en vraag je bijvoorbeeld af of je songs eerbaar zijn, je films en boeken deugdzaam en je games prijzenswaardig. Dat kan je helpen te bepalen welke daarvan in Gods ogen aanvaardbaar zijn en welke niet. Doe je best om te leven naar Jehovah’s verheven normen (Ps. 119:1-3). w22.10 9 ¶11-12
donderdag 18 januari
Hij wist wat er in mensen omging. — Joh. 2:25.
Sommigen van de onrechtvaardigen hebben in hun vorige leven verschrikkelijke dingen gedaan. Ze zullen dus moeten leren naar Jehovah’s rechtvaardige normen te leven. Om dat te bereiken zal Gods Koninkrijk het grootste onderwijsprogramma in de geschiedenis opzetten. Wie zullen de onrechtvaardigen onderwijzen? De grote menigte en de rechtvaardigen die tot leven zijn gewekt. Om in het boek van het leven te komen moeten de onrechtvaardigen een band met Jehovah opbouwen en zich aan hem opdragen. Jezus Christus en zijn mederechters zullen de vorderingen van alle onrechtvaardigen met veel belangstelling volgen (Openb. 20:4). Iedereen die de hulp afslaat, zal worden verwijderd, ook al is hij 100 jaar oud (Jes. 65:20). Jehovah en Jezus kunnen het hart lezen en zullen erop toezien dat niemand in de nieuwe wereld de kans krijgt schade aan te richten (Jes. 11:9; 60:18; 65:25). w22.09 17 ¶11-12
vrijdag 19 januari
Iedereen moet onderworpen zijn aan de superieure autoriteiten. — Rom. 13:1.
In dit vers slaat de term ‘superieure autoriteiten’ op menselijke regeerders die macht of gezag over anderen hebben. Christenen zijn onderworpen aan de bevoegde overheden, die de openbare orde en de wet handhaven en soms zelfs opkomen voor Jehovah’s volk (Openb. 12:16). Daarom moeten we ze geven wat ze eisen: belasting, schatting, ontzag en eer (Rom. 13:7). Maar die overheden hebben alleen gezag omdat Jehovah ze dat toestaat. Jezus liet dat principe uitkomen toen hij werd ondervraagd door de Romeinse gouverneur Pontius Pilatus. Toen Pilatus zei dat hij de macht had om Jezus’ leven te sparen of hem ter dood te laten brengen, zei Jezus: ‘U zou helemaal geen macht over mij hebben als die u niet van boven gegeven was’ (Joh. 19:11). Net als Pilatus hebben alle menselijke machthebbers en politici in deze tijd slechts beperkte autoriteit. w22.10 13 ¶6
zaterdag 20 januari
Nog even en er zijn geen slechte mensen meer. — Ps. 37:10.
Koning David schreef onder inspiratie hoe het leven zou zijn als een toekomstige wijze en trouwe koning op de troon zou zitten (Ps. 37:10, 11, 29). We lezen Psalm 37:11 vaak aan anderen voor als we het over het toekomstige paradijs hebben. En dat is terecht, want Jezus citeerde dat vers in zijn Bergrede, waaruit blijkt dat er een toekomstige vervulling zal zijn (Matth. 5:5). Maar Davids woorden maakten ook duidelijk hoe het leven in de tijd van koning Salomo zou zijn. Tijdens Salomo’s regering genoot Gods volk vrede en voorspoed ‘in een land dat overvloeide van melk en honing’. God had gezegd wat hij zou doen als ze zich zouden houden aan zijn voorschriften: ‘Ik zal vrede in het land brengen, en jullie zullen kunnen slapen zonder dat je voor iemand bang hoeft te zijn’ (Lev. 20:24; 26:3, 6). Die beloften kwamen uit tijdens de regering van Salomo (1 Kron. 22:9; 29:26-28). De woorden in Psalm 37:10, 11, 29 zijn in het verleden in vervulling gegaan en zullen ook in de toekomst in vervulling gaan. w22.12 10 ¶8
zondag 21 januari
Wie haar goed vasthoudt, is gelukkig te prijzen. — Spr. 3:18.
De Bijbel geeft dit nuttige advies: ‘Voer je oorlog met deskundige leiding, met veel raadgevers behaal je succes’ (Spr. 24:6, vtn.). Hoe kan dat principe je helpen succes te hebben in de prediking? Probeer de dingen niet op je eigen manier te doen maar volg de gegeven suggesties op. Op de vergaderingen krijg je deskundige leiding. Met Bijbelse lezingen en presentaties geven ervaren raadgevers je daar opleiding. Daarnaast biedt Jehovah’s organisatie publicaties en video’s die mensen helpen de Bijbel te begrijpen. Wat zijn we dankbaar voor de goede adviezen die we in Gods Woord vinden! Waar zouden we zijn zonder die wijsheid? Neem je dus voor Jehovah’s wijze raad altijd op te volgen (Spr. 3:13-17). w22.10 23 ¶18-19
maandag 22 januari
Hoe zoet zijn uw woorden voor mijn gehemelte, zoeter dan honing voor mijn mond! — Ps. 119:103.
Net zoals je lichamelijk wordt gesterkt en gevoed als je iets eet en het verteert, zo word je geestelijk gesterkt en gevoed als je Gods Woord bestudeert en erover mediteert. Jehovah wil dat je zijn Woord echt in je opneemt. Dat kun je doen door te bidden, te lezen en te mediteren. Begin met gebed, want daarmee kun je je hart voorbereiden en openstellen voor Gods gedachten. Lees vervolgens een Bijbelgedeelte. En pauzeer dan om te mediteren, om diep na te denken over wat je leest. Wat zal het resultaat zijn? Hoe meer je mediteert, hoe meer je Gods Woord in je opneemt en in je hart toelaat. Waarom is het zo belangrijk de Bijbel te lezen en erover te mediteren? Omdat het ons de innerlijke kracht geeft die we nodig hebben om nu de Koninkrijksboodschap bekend te maken en om mogelijk in de nabije toekomst een krachtige oordeelsboodschap aan te kondigen. En als je mediteert over Jehovah’s aantrekkelijke eigenschappen, zal je band met hem steeds sterker worden. w22.11 6-7 ¶16-17
dinsdag 23 januari
Hierdoor zal iedereen weten dat jullie mijn discipelen zijn: als jullie liefde voor elkaar hebben. — Joh. 13:35.
Jezus gaf aan dat niet alleen zijn volgelingen maar ook mensen buiten de christelijke gemeente zijn ware volgelingen zouden herkennen aan de onzelfzuchtige liefde die ze voor elkaar hebben. De liefde tussen aanbidders van Jehovah is inderdaad bijzonder. Natuurlijk zijn Jehovah’s Getuigen niet volmaakt (1 Joh. 1:8). Dus hoe beter je broeders en zusters leert kennen, hoe groter de kans dat je hun gebreken ziet (Rom. 3:23). Helaas zijn de fouten van broeders en zusters voor sommigen een struikelblok geworden. Hoe toonde Jezus liefde voor zijn apostelen? En hoe kun je in deze tijd Jezus’ voorbeeld volgen? Het is goed om over die vragen na te denken. Het kan je helpen om meer liefde te tonen, vooral als je te maken krijgt met de fouten van anderen (Ef. 5:2). w23.03 26-27 ¶2-4
woensdag 24 januari
U bent loyaal voor de loyale. — Ps. 18:25.
Met het naderende einde van deze wereld kunnen we ook binnen de gemeente uitdagingen verwachten. Er kunnen moeilijke situaties ontstaan die een test zijn op je loyaliteit aan Jehovah. Houd dus je verstand erbij. Als je je slecht behandeld voelt, raak dan niet verbitterd. Als je wordt gecorrigeerd, probeer je dan over de schaamte heen te zetten, de raad te accepteren en de nodige veranderingen aan te brengen. En als Jehovah’s organisatie veranderingen doorvoert die je persoonlijk raken, accepteer ze dan van harte en volg de leiding gehoorzaam. Bewaar je vertrouwen in Jehovah en zijn organisatie als je loyaliteit op de proef wordt gesteld. Dat doe je door kalm te blijven, helder te denken en de dingen vanuit Jehovah’s perspectief te bekijken. Bid tot Jehovah om hulp. En zonder je nooit van de gemeente af. Dan zal Satan je nooit kunnen scheiden van Jehovah of zijn organisatie, wat er ook gebeurt (Jak. 4:7). w22.11 24-25 ¶14-16
donderdag 25 januari
Heb liefde voor de hele broederschap. — 1 Petr. 2:17.
Ouderlingen zien erop toe dat de broeders en zusters voorbereid zijn op een ramp. Ze zorgen ervoor dat iedereen in de gemeente weet wat hij voor zijn veiligheid moet doen en hoe hij in contact komt met de ouderlingen. Als er in je omgeving een ramp plaatsvindt, vraag de ouderlingen dan wat je kunt doen om te helpen. Misschien kun je tijdelijke huisvesting aanbieden voor degenen die hun huis hebben verloren of voor bouwvrijwilligers. Of je kunt misschien voedsel en andere hulpgoederen leveren aan verkondigers in nood. Wat kun je doen als de ramp niet in je omgeving was? Je kunt voor de slachtoffers bidden (2 Kor. 1:8-11). En misschien kun je de hulpacties financieel ondersteunen door een bijdrage te doen aan het wereldwijde werk (2 Kor. 8:2-5). Als je in staat bent naar het getroffen gebied te reizen, vraag de ouderlingen dan hoe je je als vrijwilliger kunt aanbieden. Word je gevraagd om te helpen, dan krijg je waarschijnlijk wat opleiding zodat je gebruikt kunt worden waar en wanneer je het meest nodig bent. w22.12 24 ¶8; 25 ¶11-12
vrijdag 26 januari
De beproevingen die jullie moeten doorstaan, maken andere mensen ook mee. — 1 Kor. 10:13.
De woorden in de tekst voor vandaag waren gericht tot christenen in Korinthe, zowel mannen als vrouwen. Sommigen van hen hadden zich voorheen schuldig gemaakt aan overspel, homoseksualiteit en dronkenschap (1 Kor. 6:9-11). Zou je denken dat ze na hun doop nooit meer last hadden van verkeerde verlangens? Dat lijkt niet realistisch. Hoewel het allemaal gezalfde christenen waren, waren ze nog steeds onvolmaakt. Ongetwijfeld worstelden ze van tijd tot tijd met ongepaste verlangens. Maar dat is een bemoedigende gedachte. Waarom? Het zegt iets over het verkeerde verlangen waar jij tegen vecht: wat het ook is, iemand anders heeft het al weerstaan. Je kunt dus ‘vast in het geloof’ blijven, ‘in het besef dat de broederschap in de hele wereld op dezelfde manier lijdt’ (1 Petr. 5:9). w23.01 12 ¶15
zaterdag 27 januari
In de wereld zullen jullie het zwaar te verduren krijgen, maar houd moed! Ik heb de wereld overwonnen. — Joh. 16:33.
Jezus vroeg Jehovah om over zijn volgelingen te waken (Joh. 17:11). Waarom geeft dat ons moed? Omdat Jehovah sterker is dan welke vijand maar ook (1 Joh. 4:4). Niets ontsnapt aan zijn aandacht. Wees ervan overtuigd dat als je op Jehovah vertrouwt, hij je helpt je angsten te overwinnen en moed te tonen. Durf je soms niet te zeggen dat je een Getuige bent? Aarzel je om een verkondiger te worden of je te laten dopen omdat je bang bent voor wat anderen van je zullen denken? Laat zulke gevoelens je er niet van weerhouden te doen wat juist is. Bid vurig tot Jehovah. Vraag hem je de moed te geven om zijn wil te doen. Als je ziet hoe Jehovah je gebeden verhoort, zul je sterker en moediger worden (Jes. 41:10, 13). w23.01 29 ¶12; 30 ¶14
zondag 28 januari
Hebben jullie niet gelezen? — Matth. 12:3.
Jezus gebruikte de vraag ‘Hebben jullie niet gelezen?’ om bloot te leggen dat de farizeeën Gods Woord met een verkeerde instelling lazen (Matth. 12:1-7). De farizeeën beweerden dat de discipelen van Jezus de sabbatswet hadden overtreden. Jezus reageerde daarop met twee voorbeelden uit Gods Woord en citeerde een vers uit Hosea om aan te tonen dat ze niet hadden begrepen waar het in de sabbatswet om ging en dat ze onbarmhartig waren. Hoe komt het dat ze niet waren gevormd door wat ze in Gods Woord lazen? Omdat ze het lazen met een kritische en trotse kijk. Door die houding misten ze bij het lezen het punt waar het om ging (Matth. 23:23; Joh. 5:39, 40). In Mattheüs 19:4-6 stelde Jezus de farizeeën dezelfde vraag: ‘Hebben jullie niet gelezen?’ Hoewel ze het scheppingsverslag wel hadden gelezen, zagen ze over het hoofd wat het liet uitkomen over Gods kijk op het huwelijk. Jezus’ woorden laten zien dat je de Bijbel moet lezen met de juiste instelling. Wees in tegenstelling tot de farizeeën nederig en leergierig. w23.02 12 ¶12-13
maandag 29 januari
Denkvermogen zal over je waken. — Spr. 2:11.
Jehovah gaf Israël wetten en richtlijnen die bedoeld waren om ernstige ongelukken thuis en tijdens het werk te voorkomen (Ex. 21:28, 29; Deut. 22:8). Als iemand per ongeluk een ander doodde, waren daar ernstige consequenties aan verbonden (Deut. 19:4, 5). De wet schreef zelfs voor dat iemand gestraft moest worden als hij onopzettelijk een ongeboren kind letsel toebracht (Ex. 21:22, 23). Zoals de Bijbel laat zien, wil Jehovah dat je veiligheidsbewust bent. Je kunt waardering voor het leven tonen door thuis en op het werk veiligheidsmaatregelen te nemen. Zorg ervoor dat je scherpe voorwerpen, chemische producten of geneesmiddelen op een veilige manier afvoert en bewaar zulke dingen altijd buiten het bereik van kinderen. Wees voorzichtig met open vuur, hete vloeistoffen en elektrisch gereedschap en laat ze niet onbeheerd achter. Ga niet autorijden als je onder invloed bent van alcohol of medicijnen of bij vermoeidheid. En laat je tijdens het rijden niet afleiden door je telefoon of een ander mobiel apparaat. w23.02 21-22 ¶7-9
dinsdag 30 januari
Je zult je Grootse Onderwijzer zien. — Jes. 30:20.
Jehovah is een geduldige, vriendelijke, begripvolle Leraar. Hij zoekt het goede in zijn leerlingen (Ps. 130:3). En hij verwacht nooit meer van je dan je aankunt. Bedenk dat hij je hersenen, een wonderbaar geschenk, heeft ontworpen (Ps. 139:14). Je Schepper wil dat je voor altijd blijft leren — en dat je er plezier in hebt. Het is dus verstandig ‘een verlangen te ontwikkelen’ naar Bijbelse waarheden (1 Petr. 2:2). Stel doelen die je kunt bereiken en houd je aan een schema van Bijbellezen en studie (Joz. 1:8). Met Jehovah’s hulp zul je er steeds meer plezier in krijgen over hem te lezen en te leren. Het gaat niet puur om kennis. Kennis is vooral het middel tot je doel: Jehovah beter leren kennen en dingen als liefde voor hem en geloof in hem ontwikkelen (1 Kor. 8:1-3). Terwijl je verder leert, moet je Jehovah blijven vragen om je te helpen meer geloof te krijgen (Luk. 17:5). Hij verhoort zulke gebeden graag. w23.03 10 ¶11, 13
woensdag 31 januari
Gebruik je tijd zo goed mogelijk. — Kol. 4:5.
Jezus wilde niet dat zijn discipelen met de armen over elkaar het einde zouden afwachten. Hij gaf ze werk te doen. Hij gaf ze de opdracht het goede nieuws te prediken ‘in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, en tot in de meest afgelegen delen van de aarde’ (Hand. 1:6-8). Wat een enorme taak! Jezus’ volgelingen konden hun tijd niet beter gebruiken dan voor die opdracht. Goed op jezelf letten houdt ook in dat je nadenkt over hoe je je tijd gebruikt. ‘Tijd en toeval’ treffen iedereen (Pred. 9:11). Er kan plots een eind komen aan je leven. Je kunt je tijd het best gebruiken door Jehovah’s wil te doen en je vriendschap met hem te versterken (Joh. 14:21). Doe je best om ‘standvastig en onwrikbaar’ te zijn en ‘zorg dat je altijd volop te doen hebt in het werk van de Heer’ (1 Kor. 15:58). Als dan het einde komt — het einde van je leven of het einde van deze slechte wereld — zul je nergens spijt van hebben (Matth. 24:13; Rom. 14:8). w23.02 18 ¶12-14