De wedloop met volharding lopen
’Laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt.’ — HEBREEËN 12:1.
1. (a) Wat wordt ons voor ogen gesteld wanneer wij ons aan Jehovah God opdragen? (b) Op wat voor wedloop moet een christen zich voorbereiden?
TOEN wij ons door bemiddeling van Jezus Christus aan Jehovah opdroegen, stelde God ons figuurlijk gesproken een wedloop voor ogen. Aan het einde van de wedloop zullen allen die hem met succes hebben uitgelopen een prijs ontvangen. Wat voor prijs? Eeuwig leven! Teneinde deze schitterende prijs te winnen, moet de christelijke hardloper niet slechts voorbereid zijn op een korte, snelle sprint, maar op een lange-afstandloop. Hij zal dus volharding nodig hebben. Hij zal de langdurige inspanning moeten doorstaan van de wedloop zelf, alsook het hoofd moeten bieden aan de hindernissen die zich tijdens de wedloop voordoen.
2, 3. (a) Waardoor zullen wij worden geholpen de christelijke wedloop uit te lopen? (b) Hoe hielp vreugde Jezus de wedloop met volharding te lopen?
2 Waardoor zullen wij worden geholpen zo’n wedloop uit te lopen? Welnu, wat hielp Jezus te volharden toen hij als mens op aarde was? Hij putte innerlijke kracht uit de hoedanigheid vreugde. In Hebreeën 12:1-3 staat: „Daarom dan, omdat wij zo’n grote wolk van getuigen rondom ons hebben, laten ook wij elk gewicht en de zonde die ons gemakkelijk verstrikt, afleggen en met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, terwijl wij oplettend het oog gericht houden op de Voornaamste Bewerker en Volmaker van ons geloof, Jezus. Wegens de hem in het vooruitzicht gestelde vreugde heeft hij een martelpaal verduurd, schande verachtend, en is hij aan de rechterhand van de troon van God gaan zitten. Ja, let nauwkeurig op degene die van zondaars zo’n tegenspraak tegen hun eigen belangen in heeft verduurd, opdat gij niet moe wordt en bezwijkt in uw ziel.”
3 De vreugde van Jehovah stelde Jezus in staat tijdens zijn hele openbare bediening de wedloop te blijven lopen. (Vergelijk Nehemia 8:10.) Zijn vreugde hielp hem zelfs een schandelijke dood aan de martelpaal te verduren, waarna hij de onuitsprekelijke vreugde ondervond uit de doden op te staan en tot de rechterhand van zijn Vader op te stijgen, om er vanaf die plaats op te kunnen toezien dat Gods werk volledig wordt volbracht. Door als mens aan Gods zijde te volharden, behield hij zijn recht op eeuwig leven. Ja, zoals Lukas 21:19 zegt: „Door volharding van uw zijde zult gij uw ziel verwerven.”
4. Wat voor voorbeeld gaf Jezus zijn medehardlopers, en waarop dienen wij onze geest gericht te houden?
4 Jezus Christus gaf zijn medehardlopers het schitterendste voorbeeld, en zijn voorbeeld geeft ons de verzekering dat ook wij overwinnaars kunnen zijn (1 Petrus 2:21). Wat Jezus ons vraagt te doen, kunnen wij volbrengen. Zoals hij heeft volhard, kunnen wij volharden. En terwijl wij het in standvastige navolging van hem niet opgeven, moeten wij onze geest gericht houden op de redenen die wij hebben om vreugdevol te zijn (Johannes 15:11, 20, 21). Vreugde zal ons de kracht geven de wedloop in Jehovah’s dienst te blijven lopen totdat de glorierijke prijs van eeuwig leven behaald is. — Kolossenzen 1:10, 11.
5. Hoe kunnen wij vreugdevol zijn en gesterkt worden voor de wedloop die voor ons ligt?
5 Om ons te helpen de wedloop te blijven lopen, verschaft Jehovah ons kracht die datgene wat normaal is te boven gaat. Wanneer wij worden vervolgd, worden wij door die kracht en door de wetenschap waarom wij het voorrecht hebben vervolging te ondergaan, gesterkt (2 Korinthiërs 4:7-9). Alles wat wij ondergaan ter wille van het eren van Gods naam en het hoog houden van zijn soevereiniteit is een reden voor een vreugde die niemand ons kan ontnemen (Johannes 16:22). Dit verklaart waarom de apostelen, nadat zij op bevel van het joodse Sanhedrin waren geslagen omdat zij getuigenis hadden afgelegd omtrent de schitterende dingen die Jehovah God in verband met Jezus tot stand had gebracht, zich verheugden „dat zij waardig gerekend waren ten behoeve van zijn naam oneer te lijden” (Handelingen 5:41, 42). Hun vreugde sproot niet voort uit de vervolging als zodanig maar uit de diepe innerlijke voldoening te weten dat zij Jehovah en Jezus behaagden.
6, 7. Waarom kan de christelijke hardloper juichen zelfs wanneer hij verdrukkingen ondergaat, en met welk eindresultaat?
6 Nog een schragende kracht in ons leven is de hoop die God ons voor ogen heeft gesteld. Paulus zei het aldus: „Laten wij . . . vrede genieten met God door bemiddeling van onze Heer Jezus Christus, door bemiddeling van wie wij ook door geloof onze toegang hebben verkregen tot deze onverdiende goedheid waarin wij thans staan; en laten wij juichen op grond van hoop op de heerlijkheid Gods. En dat niet alleen, maar laten wij ook juichen terwijl wij in verdrukkingen zijn, daar wij weten dat verdrukking volharding voortbrengt, volharding vervolgens een goedgekeurde toestand, de goedgekeurde toestand vervolgens hoop, en de hoop leidt niet tot teleurstelling.” — Romeinen 5:1-5.
7 Verdrukkingen op zich zijn niet vreugdevol, maar de vreedzame vruchten die er later door worden afgeworpen zijn dat wel. Deze vruchten zijn volharding, een goedgekeurde toestand, hoop en de vervulling van die hoop. Onze volharding zal ertoe leiden dat wij Gods goedkeuring ontvangen. Wanneer wij Gods goedkeuring bezitten, kunnen wij vol vertrouwen hopen op de verwezenlijking van de beloften die hij heeft gedaan. Deze hoop houdt ons op de juiste weg en schraagt ons onder verdrukking totdat de hoop wordt vervuld. — 2 Korinthiërs 4:16-18.
Gelukkig zijn degenen die volharden!
8. Waarom is deze wachtperiode geen tijdverlies voor ons?
8 Terwijl wij uitzien naar de door God bepaalde tijd om de prijs aan de hardlopers uit te reiken, voltrekken zich veranderingen in ons. Dit zijn geestelijke verbeteringen binnen in ons die het gevolg zijn van het feit dat wij met succes het hoofd bieden aan beproevingen, en wij verwerven er Gods gunst door. Ze laten zien wat voor mensen wij zijn en stellen ons in de gelegenheid dezelfde voortreffelijke hoedanigheden aan de dag te leggen die de getrouwen uit vroeger tijden, in het bijzonder ons Voorbeeld, Jezus Christus, tentoonspreidden. De discipel Jakobus zegt: „Beschouwt het een en al vreugde, mijn broeders, wanneer u velerlei beproevingen overkomen, daar gij weet dat deze beproefde hoedanigheid van uw geloof volharding bewerkt. Maar laat de volharding haar werk voltooien, opdat gij volkomen en in alle opzichten ongeschonden moogt zijn en in niets te kort schiet” (Jakobus 1:2-4). Ja, wij kunnen verwachten dat ons velerlei beproevingen overkomen, maar deze zullen ertoe bijdragen dat wij de juiste hoedanigheden blijven aankweken. Aldus geven wij er blijk van dat wij deze wedloop niet zullen opgeven voordat de prijs gewonnen is, ongeacht de hindernissen die wij op onze weg tegenkomen.
9, 10. (a) Waarom zijn degenen die beproevingen verduren gelukkig, en hoe dienen wij beproevingen onder de ogen te zien? (b) Wie waren de gelukkigen in vroeger tijden, en hoe kunnen wij onder hen gerekend worden?
9 Geen wonder dus dat Jakobus zei: „Gelukkig is de man die beproeving blijft verduren, want nadat hij is goedgekeurd, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Jehovah beloofd heeft aan hen die hem blijven liefhebben”! (Jakobus 1:12) Laten wij beproevingen consequent onder de ogen zien, gewapend met de godvruchtige hoedanigheden die ons de kracht zullen geven ze te overwinnen. — 2 Petrus 1:5-8.
10 Houd in gedachte dat de manier waarop God met ons handelt, niet nieuw is. Ten aanzien van de getrouwe „wolk van getuigen” uit vroeger tijden werd op precies dezelfde wijze gehandeld terwijl zij van hun loyaliteit jegens God blijk gaven (Hebreeën 12:1). Dat God hen goedkeurde, staat in zijn Woord opgetekend, en wij rekenen hen allen gelukkig omdat zij het niet opgaven onder beproeving. Jakobus zegt: „Broeders, neemt als een model van het lijden van kwaad en het oefenen van geduld de profeten, die in de naam van Jehovah hebben gesproken. Ziet! Wij prijzen hen die hebben volhard, gelukkig. Gij hebt van de volharding van Job gehoord en hebt gezien hoe Jehovah het heeft laten aflopen, dat Jehovah zeer teder in genegenheid en barmhartig is” (Jakobus 5:10, 11). Er was voorzegd dat er gedurende deze kritieke laatste dagen heel wat personen op het wereldtoneel zouden verschijnen die Jehovah rechtschapen zouden dienen, net zoals die profeten in voorbijgegane eeuwen dit hebben gedaan. Zijn wij niet blij dat wij tot degenen behoren die dit doen? — Daniël 12:3; Openbaring 7:9.
Kracht putten uit Jehovah’s aanmoedigende Woord
11. Hoe kan Gods Woord ons helpen te volharden, en waarom moeten wij niet als de rotsachtige plekken uit Jezus’ gelijkenis zijn?
11 Paulus vestigde de aandacht op nog een hulpmiddel om te volharden toen hij zei dat „wij door middel van geduldige volharding, en door middel van de aanmoediging uit de Schrift, aan onze hoop zouden kunnen vasthouden” (Romeinen 15:4, The Twentieth Century New Testament). De waarheid, Gods Woord, moet diep wortel schieten binnen in ons opdat er te allen tijde een juiste reactie van onze zijde zal zijn. Het baat ons in het geheel niet wanneer wij als die in Jezus’ gelijkenis van de zaaier beschreven rotsachtige grond zijn: „Dit [zijn] degenen die op de rotsachtige plekken zijn gezaaid: zodra zij het woord hebben gehoord, aanvaarden zij het met vreugde. Zij hebben echter geen wortel in zich, maar blijven een tijdlang; zodra er daarna wegens het woord verdrukking of vervolging ontstaat, worden zij tot struikelen gebracht” (Markus 4:16, 17). De waarheid uit Gods Woord schiet niet diep wortel in zulke personen en daarom kunnen zij in tijden van verdrukking geen kracht putten uit deze ware bron van sterkte en hoop.
12. Welke misvatting dienen wij niet te hebben wanneer wij het goede nieuws aanvaarden?
12 Een ieder die het goede nieuws van het Koninkrijk aanvaardt, dient geen misvatting te hebben omtrent datgene wat hij kan verwachten. Hij begint aan een levensloop die gekenmerkt zal worden door verdrukking of vervolging (2 Timotheüs 3:12). Maar hij dient het als „een en al vreugde” te beschouwen dat hij het voorrecht heeft om ter wille van het vasthouden aan Gods Woord en het spreken erover tot anderen, velerlei beproevingen te ondergaan. — Jakobus 1:2, 3.
13. Hoe en waarom verheugde Paulus zich over de christenen in Thessalonika?
13 In de eerste eeuw vormden tegenstanders in Thessalonika een samenscholing wegens de prediking van Paulus. Toen Paulus zich naar Berea begaf, gingen deze vervolgers hem achterna teneinde tot nog meer moeilijkheden aan te zetten. Tot de getrouwen die in Thessalonika achterbleven, schreef de vervolgde apostel: „Wij zijn verplicht God altijd voor u te danken, broeders, zoals gepast is, omdat uw geloof op buitengewone wijze groeit en de liefde jegens elkaar van een ieder van u zonder uitzondering, toeneemt. Vandaar dat wijzelf trots op u zijn onder de gemeenten van God wegens uw volharding en geloof in al uw vervolgingen en de verdrukkingen die gij verdraagt. Dit is een bewijs van het rechtvaardige oordeel van God, hetgeen ertoe leidt dat u het koninkrijk Gods waardig wordt geacht, waarvoor gij ook lijdt” (2 Thessalonicenzen 1:3-5). Ondanks het door vijanden teweeggebrachte lijden dat de christenen in Thessalonika ondergingen, verbeterde hun christelijke persoonlijkheid en namen zij in aantal toe. Hoe was dit mogelijk? Doordat zij kracht putten uit Jehovah’s aanmoedigende Woord. Zij gehoorzaamden de bevelen van de Heer en liepen de wedloop met volharding. — 2 Thessalonicenzen 2:13-17.
Tot redding van anderen
14. (a) Om welke redenen blijven wij ondanks moeilijkheden vreugdevol in de bediening volharden? (b) Waarvoor bidden wij, en waarom?
14 Hoofdzakelijk ter wille van Gods rechtvaardiging verdragen wij getrouw en zonder te klagen moeilijkheden en vervolgingen. Maar er is nog een onzelfzuchtige reden waarom wij ons aan zulke dingen onderwerpen: opdat wij het nieuws van het Koninkrijk aan anderen kunnen doorgeven zodat er meer verkondigers van Gods koninkrijk zullen komen die een „openbare bekendmaking tot redding” doen (Romeinen 10:10). Zij die in Gods dienst bezig zijn, moeten bidden of de Meester van de oogst hun werk wil zegenen door in meer verkondigers van het Koninkrijk te voorzien (Mattheüs 9:38). Paulus schreef aan Timotheüs: „De dingen die gij van mij gehoord hebt met de ondersteuning van vele getuigen, vertrouw die toe aan getrouwe mensen, die op hun beurt voldoende bekwaam zullen zijn om anderen te onderwijzen. Draag als een voortreffelijk soldaat van Christus Jezus uw deel in het lijden van kwaad.” — 2 Timotheüs 2:2, 3.
15. Waarom moeten wij ons als soldaten en als kampers „in de spelen” gedragen?
15 Een soldaat houdt zich afgescheiden van het minder strenge leven van de niet-militaire burger. Evenzo moeten wij ons niet laten verwikkelen in de aangelegenheden van degenen die niet in het leger van de Heer zijn maar die zich in feite in het kamp van de tegenstander bevinden. Daarom schreef Paulus verder aan Timotheüs: „Niemand die als soldaat dient, verwikkelt zich in de zakelijke bezigheden van het leven, opdat hij de goedkeuring moge verwerven van degene die hem als soldaat in dienst heeft genomen. Bovendien wordt iemand, ook als hij kampt in de spelen, niet gekroond indien hij niet volgens de regels heeft gekampt” (2 Timotheüs 2:4, 5). In hun streven de overwinning te behalen in de wedloop om „de kroon des levens”, moeten hardlopers zelfbeheersing oefenen, nutteloze lasten vermijden en zich niet door allerlei bezigheden laten verstrikken. Op deze wijze kunnen zij zich erop concentreren het goede nieuws van redding tot anderen te brengen. — Jakobus 1:12; vergelijk 1 Korinthiërs 9:24, 25.
16. Wat kan niet gebonden worden, en ter wille van wie volharden wij?
16 Omdat wij God en de met schapen te vergelijken personen die hem trachten te vinden, liefhebben, verduren wij graag veel teneinde anderen met het goede nieuws van redding te bereiken. Vijanden kunnen ons wegens het prediken van Gods Woord binden. Maar Gods Woord kan niet gebonden worden, en het spreken erover tot redding van anderen kan niet aan banden worden gelegd. Paulus verklaarde aan Timotheüs waarom hij zo bereidwillig aan beproevingen het hoofd bood: „Houd in gedachte dat Jezus Christus uit de doden werd opgewekt en uit het zaad van David was, overeenkomstig het goede nieuws dat ik predik, in verband waarmee ik zelfs tot gevangenisboeien toe als een boosdoener kwaad te lijden heb. Niettemin is het woord van God niet gebonden. Daarom ga ik voort alle dingen te verduren ter wille van de uitverkorenen, opdat ook zij de redding mogen verkrijgen die in eendracht met Christus Jezus is, te zamen met eeuwige heerlijkheid” (2 Timotheüs 2:8-10). In deze tijd hebben wij niet alleen het kleine overblijfsel van degenen die voor het hemelse koninkrijk in aanmerking komen in gedachten, maar ook de grote schare andere schapen van de Voortreffelijke Herder, Jezus Christus, de grote schare die het aardse Paradijs onder Christus’ koninkrijk verwerft. — Openbaring 7:9-17.
17. Waarom dienen wij het niet op te geven in de wedloop, en wat is het resultaat als wij tot het einde aan de wedloop blijven deelnemen?
17 Als wij het zouden opgeven, zouden wij noch onszelf noch iemand anders helpen redding te verwerven. Door ondanks de belemmeringen die zich op onze weg voordoen, in de christelijke wedloop te volharden, zorgen wij dat wij voor de prijs in aanmerking blijven komen en kunnen wij anderen rechtstreeks helpen redding te verwerven, terwijl wij tevens een goed voorbeeld van kracht voor anderen zijn. Of wij nu een hemelse of een aardse hoop hebben, Paulus’ instelling om ’te streven naar het doel de prijs’ te behalen, is een voortreffelijk voorbeeld ter navolging. — Filippenzen 3:14, 15.
Standvastige volharding in de wedloop
18. Waarvan hangt het winnen van de prijs af, maar wat moeten wij vermijden als wij het tot het einde willen volhouden?
18 Of wij tot rechtvaardiging van Jehovah onze christelijke loopbaan tot een zegevierend einde brengen en de prijs winnen die hij voor ons heeft weggelegd, hangt af van onze standvastige volharding gedurende de hele wedloop. Als wij ons belasten met dingen die niet de zaak van rechtvaardigheid dienen, kunnen wij het dan ook niet tot het einde volhouden. Zelfs zonder deze ballast zijn de vereisten nog zwaar genoeg zodat wij alle kracht nodig zullen hebben die wij kunnen opbrengen. Daarom geeft Paulus de raad: „Laten . . . wij elk gewicht en de zonde die ons gemakkelijk verstrikt, afleggen en met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt” (Hebreeën 12:1). Net als Jezus dienen wij niet te veel de nadruk te leggen op het lijden dat gedragen moet worden, maar dienen wij dit lijden te beschouwen als een geringe prijs die voor de vreugdevolle beloning betaald moet worden. — Vergelijk Romeinen 8:18.
19. (a) Welk vertrouwen bracht Paulus tegen het einde van zijn leven tot uitdrukking? (b) Welk vertrouwen dienen wij, nu wij bijna het einde hebben bereikt van de wedloop waarbij het op volharding aankomt, met betrekking tot de beloofde beloning te hebben?
19 Tegen het einde van zijn leven kon Paulus zeggen: „Ik heb de voortreffelijke strijd gestreden, ik heb de loopbaan tot het einde gelopen, ik heb het geloof bewaard. Van nu af is voor mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid” (2 Timotheüs 4:7, 8). Wij bevinden ons in deze wedloop waarbij het op volharding aankomt, om de prijs van eeuwig leven te verwerven. Als wij het volharden moe worden enkel omdat de wedloop wat langer duurt dan wij verwachtten toen wij ermee begonnen, zullen wij het laten afweten terwijl wij op het punt staan de beloofde beloning te krijgen. De beloning is zeker, daar bestaat geen enkele twijfel over.
20. Wat dient tot het einde van de wedloop ons vaste besluit te zijn?
20 Mogen onze ogen het dus nooit moe worden met gespannen aandacht naar het tijdstip uit te kijken waarop de grote verdrukking zal beginnen, waardoor allereerst Babylon de Grote en vervolgens de rest van de organisatie van de Duivel vernietigd zal worden (2 Petrus 3:11, 12). Mogen wij, met het oog op alle duidelijke tekenen rondom ons, in geloof vooruitkijken. Mogen wij de lendenen van onze vermogens om te volharden omgorden en mogen wij totdat het einde is bereikt en de vreugdevolle prijs ons ten deel valt, door bemiddeling van Jezus Christus tot rechtvaardiging van Jehovah moedig voortgaan in de wedloop die Jehovah God ons voor ogen heeft gesteld.
Wat zou u antwoorden?
◻ Op wat voor een wedloop moet een christen zich voorbereiden?
◻ Waarom is voor het lopen van de wedloop vreugde zo belangrijk?
◻ Om welke belangrijke redenen geven wij ondanks moeilijkheden de bediening niet op?
◻ Waarom dienen wij het niet op te geven in de wedloop die God ons voor ogen heeft gesteld?
[Illustratie op blz. 15]
Christenen moeten als in een lange-afstandloop volharden
[Illustratie op blz. 17]
Hardlopers moeten zelfbeheersing oefenen willen zij „de kroon des levens” verwerven