Verwerp wereldse fantasieën, streef Koninkrijkswerkelijkheden na
„Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd.” — MATTHEÜS 6:33.
1. Welke waarschuwing geeft Gods Woord aangaande het figuurlijke hart, en wat is een van de voornaamste manieren waarop het ons bedriegt?
„BEVEILIG uw hart, ja, meer dan al het andere dat te behoeden is, want daaruit zijn de oorsprongen van het leven” (Spreuken 4:23). Waarom was het noodzakelijk dat de wijze koning Salomo deze waarschuwing gaf? Omdat ’het hart verraderlijker is dan iets anders en niets ontziend’ (Jeremia 17:9). Een van de voornaamste manieren waarop ons figuurlijke hart ons kan bedriegen, is ons ertoe te brengen ons over te geven aan wereldse fantasieën. Maar wat zijn fantasieën? Het zijn onrealistische voortbrengselen van de verbeelding, dagdromen, zinloze hersenspinsels. Wanneer deze dagdromen wereldse fantasieën worden, zijn ze niet alleen een verspilling van tijd maar zijn ze ook heel schadelijk. Vandaar dat wij ze volledig moeten verwerpen. Ja, als wij wetteloosheid haten zoals Jezus deed, zullen wij ons hart behoeden voor het toegeven aan wereldse fantasieën. — Hebreeën 1:8, 9.
2. Wat zijn wereldse fantasieën, en waarom dienen wij ze te verwerpen?
2 Maar wat zijn wereldse fantasieën? Het zijn fantasieën die kenmerkend zijn voor deze wereld die in de macht van Satan ligt. De apostel Johannes schreef erover: „Alles wat in de wereld is — de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft — spruit niet voort uit de Vader, maar uit de wereld” (1 Johannes 2:16; 5:19). Waarom moeten christenen wereldse fantasieën verwerpen? Omdat zulke fantasieën zelfzuchtige verlangens in onze geest en ons hart wakker roepen. Dagdromen over het doen van iets wat verkeerd is, kan in feite een mentale repetitie zijn voor wat men werkelijk gaat doen. De discipel Jakobus waarschuwt ons: „Een ieder wordt beproefd doordat hij door zijn eigen begeerte meegetrokken en verlokt wordt. Vervolgens baart de begeerte, als ze vruchtbaar is geworden, zonde; de zonde op haar beurt, wanneer volbracht, brengt de dood voort.” — Jakobus 1:14, 15.
Waarschuwende voorbeelden
3. Wiens geval verschaft het belangrijkste waarschuwende voorbeeld van de schadelijkheid van zelfzuchtige fantasieën?
3 Laten wij wat voorbeelden beschouwen waaruit blijkt waarom wereldse fantasieën verworpen moeten worden. Het geval van Satan de Duivel verschaft het belangrijkste voorbeeld van de schade die kan voortvloeien uit een toegeven aan zelfzuchtige fantasieën. Hij liet gevoelens van eigendunk in zijn hart tot ontwikkeling komen en dit nam zulke vormen aan dat hij afgunstig werd op Jehovah’s unieke positie als Universele Soeverein en aanbeden wilde worden (Lukas 4:5-8). Een onrealistische fantasie? Zeker! Dat zal ontwijfelbaar bewezen worden wanneer Satan voor duizend jaar wordt gebonden en vooral wanneer hij in „het meer van vuur”, de tweede dood, wordt geslingerd. — Openbaring 20:1-3, 10.
4. Hoe heeft Satan Eva bedrogen?
4 Wij hebben nog een waarschuwend voorbeeld in het geval van de eerste vrouw, Eva. Als onderdeel van zijn pogingen om zijn ambitie te realiseren, verleidde Satan Eva door haar voor te spiegelen dat als zij van de verboden vrucht at, zij niet zou sterven maar aan God gelijk zou zijn, kennend goed en kwaad. Was die fantasie onrealistisch, zelfzuchtig? Dat was ze zeker, zoals wij kunnen zien aan Jehovah’s veroordeling van Eva en haar echtgenoot, Adam, toen hij hun rechtszaak behandelde. Als gevolg daarvan verloren zij voor zichzelf en voor al hun onvolmaakte nakomelingen het recht op leven in het paradijs. — Genesis 3:1-19; Romeinen 5:12.
5. Waardoor is de val van bepaalde engelenzonen van God veroorzaakt, en welk gevolg had dit voor hen?
5 Wij hebben ook het waarschuwende voorbeeld van bepaalde engelenzonen van God (Genesis 6:1-4). In plaats van tevreden te zijn met de zegeningen die zij genoten in de hemelse tegenwoordigheid van Jehovah, fantaseerden zij over vrouwen op aarde en hoe aangenaam het zou zijn seksuele betrekkingen met hen te hebben. Omdat zij naar die fantasieën zijn gaan handelen, bevinden de ongehoorzame engelen zich nu in de geestelijke duisternis van Tartarus, in afwachting van hun vernietiging aan het eind van de duizendjarige regering van Jezus Christus. — 2 Petrus 2:4; Judas 6; Openbaring 20:10.
Verwerp wereldse fantasieën
6, 7. Waarom zijn wereldse fantasieën over materiële rijkdommen schadelijk en bedrieglijk?
6 Laat ons nu een van de meest voorkomende en gevaarlijkste door Satan gepromote fantasieën beschouwen. Via alle media worden wij verlokt ons over te geven aan wereldse fantasieën. Deze worden vaak veroorzaakt door een hevig verlangen naar rijkdom. Op zich is er niets verkeerd aan het bezitten van rijkdom. De godvruchtige Abraham en Job en koning David waren zeer rijk, maar hun begeerte ging niet uit naar materiële rijkdom. Materialistische fantasieën zetten mensen ertoe aan jaren hard te werken om rijkdom te vergaren. Zulke fantasieën bewegen hen er ook toe zich met allerlei vormen van gokken in te laten, zoals het wedden op paarden en het meedoen aan loterijen. Laten wij ons geen illusies maken over rijkdom. Als wij denken dat materiële rijkdommen zekerheid zullen verschaffen, moeten wij stilstaan bij de volgende realistische spreuk: „Waardevolle dingen zullen niet baten op de dag der verbolgenheid, maar rechtváárdigheid zal van de dood bevrijden” (Spreuken 11:4). Nee, materiële rijkdommen zullen voor het overleven van de „grote verdrukking” nutteloos zijn. — Mattheüs 24:21; Openbaring 7:9, 14.
7 Materiële rijkdommen kunnen ons gemakkelijk bedriegen. Daarom wordt ons gezegd: „De waardevolle dingen van de rijke zijn zijn sterke stad, en in zijn verbeelding zijn ze als een beschermende muur” (Spreuken 18:11). Ja, alleen „in zijn verbeelding”, want materiële rijkdom biedt weinig bescherming in tijden van op hol geslagen inflatie, economische ineenstorting, politieke beroering of een terminale ziekte. Jezus Christus waarschuwde voor de dwaasheid ons vertrouwen op materiële rijkdommen te stellen (Lukas 12:13-21). Wij hebben ook de waarschuwende woorden van de apostel Paulus: „De liefde voor geld is een wortel van allerlei schadelijke dingen, en door hun streven op die liefde te richten, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich overal met vele pijnen doorboord.” — 1 Timotheüs 6:10.
8. Hoe algemeen zijn wereldse fantasieën van seksuele aard, en welke gevaren leveren deze op?
8 Andere fantasieën hebben te maken met onwettige seks. De mate waarin de zondige menselijke natuur zich met seksuele fantasieën wil bezighouden, blijkt uit de populariteit van de vuiligheid die beschikbaar is door bepaalde telefoonnummers te bellen en te luisteren naar pornografische teksten. In de Verenigde Staten zijn deze sekslijnen een zaak waar miljarden dollars in omgaan. Als wij onze geest zouden laten verwijlen bij onwettige seks, zijn wij dan geen huichelaars, die alleen reine christenen lijken te zijn? En bestaat niet het gevaar dat zulke fantasieën tot immorele intimiteiten zullen leiden? Dit is gebeurd en het heeft ertoe geleid dat sommigen zijn uitgesloten uit de christelijke gemeente omdat zij hoererij of overspel hebben bedreven. Zijn, Jezus’ woorden in Mattheüs 5:27, 28 in aanmerking genomen, niet allen die zich bij voortduring aan zulke fantasieën overgeven, schuldig aan het bedrijven van overspel in hun hart?
9. Welke voortreffelijke raad bevat de Schrift om ons te waarschuwen voor wereldse fantasieën?
9 Om de neiging van ons zondige hart om zich aan zulke fantasieën over te geven tegen te gaan, moeten wij Paulus’ waarschuwing in gedachte houden: „Geen schepping is voor [Gods] ogen niet openbaar, maar alle dingen liggen naakt en openlijk tentoongesteld voor de ogen van hem aan wie wij rekenschap hebben af te leggen” (Hebreeën 4:13). Wij behoren altijd als Mozes te willen zijn, die ’standvastig bleef als zag hij de Onzichtbare’ (Hebreeën 11:27). Ja, wij moeten onszelf blijven voorhouden dat wereldse fantasieën Jehovah mishagen en ons alleen maar schade kunnen berokkenen. Wij moeten ons ermee bezighouden alle vruchten van Gods geest aan te kweken, vooral zelfbeheersing, want wij kunnen niet ontkomen aan het feit dat als wij zaaien met het oog op het vlees, wij uit het vlees verderf zullen oogsten. — Galaten 5:22, 23; 6:7, 8.
De werkelijkheden van het Koninkrijk
10, 11. (a) Welke feiten pleiten voor het bestaan van een Schepper? (b) Welk bewijs is er dat de bijbel in werkelijkheid het Woord van God is? (c) Welk bewijs is er van de realiteit van de Koning van Gods koninkrijk?
10 De beste manier om wereldse fantasieën te verwerpen is Koninkrijkswerkelijkheden te blijven nastreven. De werkelijkheden van het Koninkrijk die door God teweeggebracht worden, staan in sterk contrast met wereldse fantasieën. Is God een realiteit? Er is geen twijfel dat hij bestaat. De zichtbare schepping legt er getuigenis van af (Romeinen 1:20). Wij worden herinnerd aan wat meer dan honderd jaar geleden werd gezegd in het boek Het Goddelijk Plan der Eeuwen, uitgegeven door het Wachttorengenootschap. Er stond te lezen: „Hij die met een verrekijker, of zelfs enkel met het natuurlijk oog naar den hemel kan zien, dáár de grootheid van de schepping, haar evenredigheid, haar schoonheid, orde, harmonie en verscheidenheid aanschouwt, en toch betwijfelt dat de Schepper van dit alles grootelijks zijn meerdere is in wijsheid en macht, of, die maar even zich verbeeldt dat deze orde bij toeval, zonder een Schepper kwam, heeft zoo zeer zijn redelijk denkvermogen verloren of op zijde gezet, dat men hem, gelijk de Bijbel het noemt, een ’dwaas’ kan bestempelen.” — Psalm 14:1.
11 Al onze kennis omtrent het Koninkrijk komt uit de bijbel. Is de bijbel in werkelijkheid het geschreven Woord van God? Ja beslist, zoals blijkt uit zijn harmonie, zijn wetenschappelijke nauwkeurigheid, zijn kracht om levens van mensen te veranderen, en vooral uit de vervulling van zijn profetieën.a En hoe staat het met de Koning van Gods koninkrijk, Jezus Christus? Bestond hij echt? De evangelieverslagen en de onder goddelijke inspiratie opgetekende brieven van de christelijke Griekse Geschriften getuigen ondubbelzinnig en welsprekend van de historiciteit van Jezus Christus. Betreffende Jezus’ historiciteit hebben wij ook het getuigenis van de joodse talmoed, die over hem spreekt als een persoon. En dat doen ook joodse en Romeinse geschiedschrijvers uit de eerste eeuw G.T.
12, 13. Welke feiten getuigen van de realiteit van Gods koninkrijk?
12 En hoe staat het met de realiteit van het Koninkrijk zelf? Het wordt door de christenheid grotendeels genegeerd, zoals blijkt uit deze klacht van een vooraanstaande presbyteriaan: „Het is zeker meer dan dertig jaar geleden sinds ik heb gehoord hoe een dominee zijn mensen trachtte duidelijk te maken dat het Koninkrijk een realiteit voor hen is.” Toch is de heiliging van Jehovah’s naam door middel van het Koninkrijk het thema van zijn Woord. God zelf verschafte de eerste Koninkrijksbelofte in de woorden: „Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Hij zal u in de kop vermorzelen en gij zult hem in de hiel vermorzelen” (Genesis 3:15). Het Koninkrijk werd voorschaduwd door de natie Israël, vooral tijdens de regering van koning Salomo (Psalm 72). Verder was het Koninkrijk het thema van Jezus’ prediking (Mattheüs 4:17). Hij liet het een belangrijke plaats innemen in veel van zijn illustraties, zoals die in Mattheüs hoofdstuk 13. Jezus zei ons te bidden om het Koninkrijk, en eerst het Koninkrijk te blijven zoeken (Mattheüs 6:9, 10, 33). In feite wordt Gods koninkrijk bijna 150 maal in de christelijke Griekse Geschriften genoemd.
13 Het Koninkrijk is een werkelijke regering, met macht en autoriteit, en het zal alle gerechtvaardigde verwachtingen vervullen. Het heeft een stelsel van wetten, die worden aangetroffen in de bijbel. Het Koninkrijk heeft reeds veel dingen verwezenlijkt. Het heeft loyale onderdanen — meer dan 4.000.000 getuigen van Jehovah. In 211 landen prediken zij het goede nieuws van Gods koninkrijk, als een vervulling van Mattheüs 24:14. Tijdens hun dienstjaar 1991 hebben zij 951.870.021 uur besteed aan het prediken van de Koninkrijksboodschap. Deze activiteit brengt tastbare, blijvende resultaten voort omdat menigten de „zuivere taal” van de bijbelse waarheid leren. — Zefanja 3:9.
Koninkrijkswerkelijkheden nastreven
14. Hoe kunnen wij onze waardering voor de realiteit van het Koninkrijk versterken?
14 Hoe kunnen wij dan Koninkrijkswerkelijkheden nastreven? Onze hoop moet stevig gevestigd zijn op een sterke overtuiging. Gods beloofde nieuwe wereld moet reëel zijn voor ons (2 Petrus 3:13). En wij moeten geloof stellen in de belofte dat God ’elke traan uit onze ogen zal wegwissen, en de dood er niet meer zal zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn er meer zal zijn’ (Openbaring 21:4). Hoe kunnen wij er zeker van zijn dat dit geen fantasie is? Het zal stellig op Gods bestemde tijd verwezenlijkt worden, want het is voor hem onmogelijk om te liegen (Titus 1:1, 2; Hebreeën 6:18). Wij moeten over die beloften mediteren. Onszelf voor te stellen terwijl wij ons in Gods nieuwe wereld bevinden en genieten van de zegeningen ervan, is geen onrealistische fantasie maar een blijk van geloof. Zoals Paulus het definieerde, ’is geloof de verzekerde verwachting van dingen waarop wordt gehoopt, de duidelijke demonstratie van werkelijkheden die echter niet worden gezien’ (Hebreeën 11:1). Laten wij ons geloof versterken door ons geregeld te voeden met Gods Woord en christelijke publikaties die ons helpen dat Woord te begrijpen en toe te passen. En hoe meer tijd wij eraan besteden anderen over dat koninkrijk te vertellen, in onze openbare prediking en op informele wijze, des te sterker maken wij ons geloof en des te krachtiger wordt onze hoop op het Koninkrijk.
15. Welke verplichting hebben wij ten aanzien van de christelijke bediening?
15 Wij moeten ook in harmonie met Koninkrijkswerkelijkheden ons best doen de kwaliteit van onze bediening te verbeteren. Aangezien er nog heel veel te doen valt, is de vraag hoe wij het gedaan moeten krijgen (Mattheüs 9:37, 38). Er kan naar waarheid gezegd worden dat niemand ooit te oud is om te leren. Ongeacht hoeveel jaar wij al een aandeel aan het getuigeniswerk hebben, wij kunnen verbeteringen aanbrengen. Door doeltreffender te worden in het hanteren van het Woord van God, zijn wij beter in staat anderen de stem van de Koning, Jezus Christus, te laten horen. (Vergelijk Johannes 10:16.) Wanneer wij in aanmerking nemen dat het om de eeuwige bestemming van mensen gaat, zullen wij ons gebied grondig willen bewerken zodat wij hun herhaaldelijk de mogelijkheid bieden om te laten zien welk standpunt zij innemen, hetzij als „schapen” of als „bokken” (Mattheüs 25:31-46). Uiteraard betekent dit dat wij zorgvuldig bericht bijhouden van wie niet thuis waren en vooral van wie belangstelling hadden voor de Koninkrijksboodschap.
Blijf het Koninkrijk nastreven
16. Wie hebben een voortreffelijk voorbeeld gegeven in het nastreven van Koninkrijkswerkelijkheden, en hoe „grijpen” zij het Koninkrijk?
16 Wij moeten ons serieus beijveren Koninkrijkswerkelijkheden te blijven nastreven. Worden wij niet aangemoedigd door het ijverige voorbeeld van de nog overgebleven gezalfde christenen? Zij streven reeds tientallen jaren Koninkrijkswerkelijkheden na. Deze inzet werd beschreven in Jezus’ woorden: „Sedert de dagen van Johannes de Doper tot op heden is het koninkrijk der hemelen . . . het doel waarnaar mensen voorwaarts dringen, en zij die voorwaarts dringen, grijpen het” (Mattheüs 11:12). De gedachte hier is niet die van vijanden die het Koninkrijk innemen. In plaats daarvan slaat het op de activiteit van degenen die voor het Koninkrijk in aanmerking komen. Een bijbelgeleerde zei: „Zo wordt dat vurige, onweerstaanbare ijveren naar en zich tot het uiterste inspannen voor het naderende Messiaanse koninkrijk beschreven.” Gezalfden hebben alles gedaan wat in hun vermogen lag om het Koninkrijk te bemachtigen. Soortgelijke krachtige inspanningen worden nu van de „andere schapen” verlangd om ervoor in aanmerking te komen aardse onderdanen van Gods hemelse koninkrijk te zijn. — Johannes 10:16.
17. Wat zal het lot zijn van hen die wereldse fantasieën nastreven?
17 Werkelijk, wij leven in een speciale periode die grootse gelegenheden biedt. Degenen die wereldse fantasieën nastreven, zullen op een dag met de harde realiteit geconfronteerd worden. Hun lot wordt goed beschreven in de woorden: „Het moet geschieden net als wanneer een hongerige droomt en zie, hij eet, en hij wordt werkelijk wakker en zijn ziel is leeg; en net als wanneer een dorstige droomt en zie, hij drinkt, en hij wordt werkelijk wakker en zie, hij is vermoeid en zijn ziel is uitgedroogd” (Jesaja 29:8). De fantasieën van de wereld zullen gegarandeerd nooit iemand bevrediging schenken en gelukkig maken.
18. Welke handelwijze dienen wij, met het oog op de realiteit van het Koninkrijk, na te streven, met welk vooruitzicht?
18 Jehovah’s koninkrijk is een realiteit. Het regeert metterdaad, terwijl dit verdorven samenstel van dingen voor een op handen zijnde, blijvende vernietiging staat. Neem daarom Paulus’ raad ter harte: „Laten wij . . . niet doorslapen zoals de overigen, maar laten wij wakker blijven en onze zinnen bij elkaar houden” (1 Thessalonicenzen 5:6). Mogen wij ons hart en onze geest op Koninkrijkswerkelijkheden gericht houden en aldus eeuwige zegeningen genieten. En moge het ons ten deel vallen de Koning van dat koninkrijk tot ons te horen zeggen: „Komt, gij op wie de zegen van mijn Vader rust, beërft het koninkrijk dat sedert de grondlegging der wereld voor u is bereid.” — Mattheüs 25:34.
[Voetnoot]
a Zie het boek De bijbel — Gods woord of dat van mensen?, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.
Wat zou u antwoorden?
◻ Wat zijn wereldse fantasieën, en waarom dienen wij ze te verwerpen?
◻ Uit welke voorbeelden blijkt de dwaasheid van het zich overgeven aan wereldse fantasieën?
◻ Welke feiten bewijzen de realiteit van de Schepper, zijn geschreven Woord, Jezus Christus en het Koninkrijk?
◻ Hoe kunnen wij ons geloof in Koninkrijkswerkelijkheden versterken?
[Illustratie op blz. 15]
Wereldse fantasieën worden vaak veroorzaakt door een verlangen naar materiële rijkdom
[Illustratie op blz. 16]
Het prediken van het goede nieuws is één manier om Koninkrijkswerkelijkheden na te streven
[Illustratie op blz. 17]
Streeft u Koninkrijkswerkelijkheden na door ijverig Gods Woord te bestuderen?