De uitdaging om tot christelijke rijpheid te geraken, aanvaarden
„Laten wij . . ., de waarheid sprekend, door liefde opgroeien in alle dingen in hem die het hoofd is, Christus.” — EFEZIËRS 4:15.
1, 2. (a) In welke opzichten is „de vrucht van de buik” een beloning? (b) Wat wordt van pasgeboren baby’s verwacht?
EEN gezonde, levendige baby is werkelijk een hoopje vreugde. Weinig mensen kunnen zijn vermakelijke capriolen weerstaan. Hij is een bron van eindeloze opwinding en verrukking, en waar hij ook heen gaat, hij staat in het middelpunt van de belangstelling. Het is begrijpelijk dat ouders dol zijn op hun ’trots en vreugde’, ondanks al het werk en alle drukte die hij meebrengt. Ja, „de vrucht van de buik is een beloning”. — Ps. 127:3.
2 Maar hoe lief een baby ook mag zijn, wat gebeurt er indien er geen enkel teken van groei bij hem te bespeuren valt? Als er na maandenlange, of misschien zelfs jarenlange, liefdevolle zorg van zijn ouders geen groei waar te nemen valt, dan is er duidelijk iets ernstigs aan de hand. Groei is namelijk synoniem geworden met leven; wij verwachten dat alles wat leeft, groeit. Groei getuigt van Jehovah’s scheppende macht en wijsheid. — Luk. 2:52.
Geestelijke groei noodzakelijk
3. Welke groei werd door Jezus voorzegd, en van welke vervulling zijn wij getuige?
3 In overeenstemming met Jezus’ profetie vindt er een ander soort groei plaats. Overal ter wereld wordt een geestelijke „oogst” binnengehaald (Matth. 9:37). In het dienstjaar 1984 rapporteerden zes landen bijvoorbeeld een gemiddelde van meer dan 100.000 Koninkrijksverkondigers. Nog maar drie jaar daarvoor, in 1981, was dit in slechts twee landen het geval. In de afgelopen zes jaar werden er 827.144 nieuwe getuigen van Jehovah gedoopt en ruim 5000 nieuwe gemeenten gevormd. Jehovah heeft zijn werk bespoedigd. — Jes. 60:22.
4. Wat is het resultaat van de wereldomvattende groei onder Jehovah’s volk?
4 Uit deze cijfers blijkt dat ongeveer één op de drie personen die in deze tijd geregeld met Jehovah’s volk samenkomen en een aandeel hebben aan het predikingswerk, in de laatste zes jaar is gedoopt. Bent u een van hen? Zo ja, dan bent u een bron van grote vreugde geweest voor degenen die u hebben geholpen de waarheid te leren kennen, voor al uw christelijke metgezellen en voor uw hemelse Vader, Jehovah God (Spr. 27:11). Net als de eerste stap die door een klein kind wordt gezet, was de stap die u hebt gedaan door u aan Jehovah op te dragen, een opwindende gebeurtenis. Het betekende een progressieve stap voorwaarts van uw zijde. Het was een teken van groei.
5. Wat moet iedereen zich afvragen? Wat kan ons helpen de antwoorden te vinden?
5 Maar hoe is het sindsdien gegaan? Geeft u dank zij de liefdevolle aandacht van uw medechristenen blijk van een gestadige geestelijke groei? ’Hoe kan ik dat vaststellen?’ vraagt u zich misschien af. Wel, denk eens aan wat de apostel Paulus over groei heeft gezegd: „Toen ik een klein kind was, sprak ik als een klein kind, dacht ik als een klein kind, overlegde ik als een klein kind; nu ik echter een man ben geworden, heb ik de trekken van een klein kind weggedaan” (1 Kor. 13:11). Wat hem tot een rijpe man maakte, had dus niet slechts met het verstrijken van tijd te maken maar was gelegen in het feit dat hij „de trekken van een klein kind” had weggedaan. Wat zijn deze trekken?
6, 7. (a) Beschrijf een van de „trekken van een klein kind” en het gevaar dat daarin schuilt. (b) Hoe treedt deze ’trek’ aan het licht? Wat kan het gevolg zijn?
6 Eén kenmerk van kleine kinderen is, dat zij hun aandacht niet lang bij één ding kunnen bepalen. Hoewel zij nieuwsgierig zijn naar alles om zich heen, zijn zij ook onberekenbaar, gauw afgeleid en ongedurig. Het is duidelijk dat iemand die in zo’n toestand blijft, in ernstig geestelijk gevaar verkeert. Zoals de apostel Paulus dit in Efeziërs 4:14 beschrijft, zal hij waarschijnlijk „heen en weer geslingerd [worden] als door golven en her- en derwaarts [worden] gevoerd door elke wind van leer door middel van de bedriegerij van mensen, door middel van listigheid in het beramen van dwaling”.
7 Golven en wind kunnen snel komen opzetten en even snel weer afnemen. Met het tegenwoordige idee dat alles maar van korte duur moet zijn, komen en gaan trends, rages en modegrillen. Dingen die nog maar kort geleden als absoluut noodzakelijk werden beschouwd, zijn nu volstrekt verouderd en vergeten. Of het nu op het terrein is van amusement, kleding en uiterlijke verzorging, of wat maar ook, hoe onverstandig — en kinderachtig — is het om altijd van alles het nieuwste van het nieuwste te willen hebben, met als gevolg dat men al snel weer achterop raakt en teleurgesteld is. In geestelijke zaken kunnen de gevolgen van een dergelijke onstandvastigheid rampspoedig zijn. — Vergelijk Jakobus 1:6-8.
8. Wat is nog een ’trek’ van kleine kinderen in geestelijk opzicht, en welk gevaar levert dit op?
8 Nog zo’n ’trek van kleine kinderen’ is dat zij heel weinig begrip hebben van wat goed of kwaad, juist of verkeerd is. Zo ook hebben zij die geestelijk gesproken kleine kinderen zijn nog niet „hun waarnemingsvermogen . . . geoefend om zowel goed als kwaad te onderscheiden”, en daarom drong de apostel Paulus er bij zijn medechristenen op aan ’tot rijpheid voort te gaan en niet wederom een fundament te leggen’ (Hebr. 5:14; 6:1). Zij die geestelijke baby’s zijn, moeten er voortdurend van verzekerd worden dat wat zij als waarheid hebben aanvaard, ook inderdaad de waarheid is, en dat wat hun is geleerd te doen, inderdaad hun plicht is. Zij hebben zelfs bij de meest fundamentele dingen hulp nodig. Anders geraken zij gemakkelijk in verwarring, voelen zij zich gefrustreerd en worden zij overvallen door twijfels die schadelijk kunnen zijn voor hun geloof.
9. Waarom moeten wij de uitdaging aanvaarden om tot christelijke rijpheid te geraken?
9 Hebt u wel eens opgemerkt dat kinderen altijd graag datgene doen wat zij volwassenen zien doen? Voor hen is het natuurlijk enkel een spelletje. Een deel van de pret ligt ongetwijfeld in het feit dat zij kunnen doen wat zij graag willen zonder de verantwoordelijkheid te hoeven aanvaarden die ermee gepaard gaat. Zo is nu eenmaal het leven van een kind. (Zie Matthéüs 11:16, 17.) Maar groei en ontwikkeling brengen plichten en verantwoordelijkheden mee. Het is een uitdaging die een kind met hulp van anderen moet leren aanvaarden. Door de wijze waarop hij hierop reageert, zal in grote mate worden bepaald of hij in zijn latere leven zal slagen of falen. Geestelijk gesproken is het nog belangrijker dat elk van ons de uitdaging om tot christelijke rijpheid te geraken, ernstig overdenkt. Bent u bereid, ja, verlangt u er zelfs naar, de verantwoordelijkheid te aanvaarden die op u komt te rusten wanneer u volwassen, rijp en geestelijk gezind bent? Of dobbert u maar zo’n beetje voort terwijl u anderen uw verantwoordelijkheid voor u laat dragen? — Gal. 6:4, 5.
Wat is christelijke rijpheid?
10. Waarom spoorde Paulus de Hebreeuwse christenen aan ’tot rijpheid voort te gaan’?
10 Wat had de apostel Paulus in gedachten toen hij christenen aanspoorde ’tot rijpheid voort te gaan’? (Hebr. 6:1) Uit het verband blijkt dat Paulus de Hebreeuwse christenen aanvankelijk veel te zeggen had over de „hogepriester naar de wijze van Melchizédek”, Jezus Christus. Maar hij was de mening toegedaan dat zij daar nog niet klaar voor waren, omdat het onderwerp dat hij in gedachten had „moeilijk te verklaren” was (Hebr. 5:10, 11). In plaats daarvan bracht hij hun het volgende onder de aandacht: „Gij zijt geworden als zij die melk, geen vast voedsel, nodig hebben. Want een ieder die melk gebruikt, is onbekend met het woord der rechtvaardigheid, want hij is een klein kind. Vast voedsel behoort echter bij rijpe mensen, bij hen die door gebruik hun waarnemingsvermogen hebben geoefend om zowel goed als kwaad te onderscheiden.” — Hebr. 5:12-14; vergelijk Judas 3.
11. Wat wil het zeggen rijp te zijn?
11 Betekent dit dan dat rijpheid enkel een kwestie is van het bezitten van kennis omtrent de diepere dingen van de bijbel? Hoewel christelijke rijpheid kennis en begrip van de bijbel omvat, houdt deze hoedanigheid toch veel meer in. Een begrip van de woorden die door de apostel Paulus werden gebruikt, zal ons helpen de kwestie duidelijker te zien. Het Griekse woord dat met „rijpheid” wordt vertaald, is teleiʹotes, en het bijvoeglijke naamwoord „rijp” is een vertaling van teleiʹos. Deze woorden houden verband met télos, wat „einde” betekent. De Expository Dictionary of New Testament Words, door W. E. Vine, verklaart derhalve dat rijp (teleiʹos) zijn, wil zeggen „zijn einde (télos) bereikt hebbend, voltooid, volledig, volkomen”. Een rijpe christen is dus iemand die een bepaald einde of doel heeft bereikt. Wat is dit doel?
12. Wat is volgens Efeziërs 4:11-13 bij rijpheid betrokken?
12 In Efeziërs 4:11-13 legde de apostel Paulus uit dat Christus Jezus, als het hoofd van de christelijke gemeente, veel voorzieningen heeft getroffen om de „heiligen” te helpen dat doel te bereiken, namelijk te „geraken tot de eenheid in het geloof en in de nauwkeurige kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de mate van wasdom die tot de volheid van de Christus behoort”. Hier wordt rijp of volwassen zijn (Grieks: teleiʹos) niet alleen in verband gebracht met het bezitten van „nauwkeurige kennis”, maar ook met „eenheid in het geloof” en met de mate van wasdom die door Christus werd bereikt.
13. Waarom kan er zonder „eenheid in het geloof” geen sprake zijn van christelijke rijpheid?
13 „Eenheid in het geloof” duidt op eendracht. Voordat iemand over het ’ene geloof’ verneemt, heeft hij wellicht zijn eigen opvattingen en meningen over de wijze waarop dingen gedaan moeten worden, over wat juist en wat verkeerd is, enzovoort (Ef. 4:4, 5). Indien hij zulke opvattingen niet laat varen, zal het hem erg moeilijk vallen geestelijk te groeien. Paulus noemde de christenen in de oude gemeente Korinthe eens „kleine kinderen in Christus” en „vleselijk” omdat zij verscheurd werden door „jaloezie en twist”, waarbij sommigen beweerden Paulus te volgen en anderen Apóllos (1 Kor. 3:1-4). Het ligt derhalve voor de hand dat eendracht, of „eenheid in het geloof”, hand in hand gaat met christelijke rijpheid. Het een kan niet zonder het ander. Wij moeten ons dus afvragen: Hebben wij onze vroegere wereldse denkwijzen laten varen? Begrijpen wij hoe belangrijk het is dat alle leden van Jehovah’s volk één zijn in denken en doen? „Eenheid in het geloof” is een onontbeerlijk bestanddeel van christelijke rijpheid. — Ef. 4:2, 3.
14. Wat is „de volheid van de Christus”? Wat heeft rijpheid daarmee te maken?
14 Christelijke rijpheid houdt ook verband met het bezitten van „de mate van wasdom die tot de volheid van de Christus behoort”. Wat betekent dit? Paulus zegt vervolgens dat zij die deze wasdom bereiken, niet langer kleine kinderen zijn, „heen en weer geslingerd als door golven en her- en derwaarts gevoerd door elke wind van leer door middel van de bedriegerij van mensen” die listig dwaling beramen. In plaats daarvan hebben zij een nauwkeurige kennis van de waarheid. Zij zijn opgegroeid in de liefde van de Christus en geven tevens blijk van andere goddelijke hoedanigheden, zoals wijsheid, rechtvaardigheid, en kracht (Ef. 4:13, 14; Joh. 15:12, 13; 1 Kor. 1:24, 30; 2:7, 8; Spr. 8:1, 22-31). Hoewel wij, als onvolmaakte mensen, misschien niet in staat zijn de ’wasdom van de Christus’ ten volle te bereiken, kunnen wij hem stellig tot ons Voorbeeld maken en ons ten doel stellen net zo’n godvruchtige persoonlijkheid te ontwikkelen (Kol. 3:9). Naar de mate waarin wij dit doel trachten te bereiken, worden wij rijp.
Opgroeien door liefde
15. Wat is de eerste stap in het streven naar rijpheid?
15 Nu wij hebben beschouwd welke betekenis opgesloten ligt in de uitdrukking „christelijke rijpheid”, moeten wij weten hoe wij deze hoedanigheid kunnen verwerven. Zoals wij hebben gezien, blijkt uit Hebreeën 6:1 dat er bij het streven naar christelijke rijpheid een bepaald fundament is waarop wij moeten bouwen. Wanneer dit fundament eenmaal is gelegd, kunnen verdere krachtsinspanningen gericht worden op het voortgaan tot rijpheid. Het eerste van de verschillende elementen waaruit dat fundament bestaat, is „berouw over dode werken”.
16. Van welke „dode werken” moeten wij berouw hebben?
16 Het ligt voor de hand dat bij de „dode werken” de werken van het gevallen vlees zijn inbegrepen, die, als er geen paal en perk aan wordt gesteld, tot de dood zullen leiden. Wij gaan al snel inzien dat regelrechte overtredingen als hoererij, onreinheid, losbandig gedrag, afgoderij en spiritisme zondig zijn, en wij schuwen ze. Maar de werken van het vlees, „dode werken”, omvatten ook zogenoemde persoonlijkheidstrekken als vijandschappen, twist, jaloezie, vlagen van toorn, ruzies, verdeeldheid, sekten en uitingen van afgunst (Gal. 5:19-21). Wanneer zulke persoonlijkheidstrekken niet worden afgelegd en vervangen door „de nieuwe persoonlijkheid . . . die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit”, is het zeer onwaarschijnlijk dat iemand enige vooruitgang zal boeken in de richting van christelijke rijpheid. — Ef. 4:22-24.
17. Wat kan ook nog tot de „dode werken” gerekend worden? Waarom?
17 De „dode werken” waarvan wij ons moeten ontdoen, omvatten naast de werken van het vlees ook werken en bezigheden die geestelijk dood, ijdel en vruchteloos zijn. Hieronder kunnen geldmakerij vallen en allerlei methoden om snel rijk te worden, of ambitieuze en tijdrovende plannen voor een hogere opleiding, of wereldse bewegingen voor sociale hervormingen, vrede, enzovoort. In al deze dingen op zich kan ogenschijnlijk enige verdienste steken, maar het zijn „dode werken” omdat ze de geestelijke dood kunnen betekenen voor degenen die erin verstrikt raken. Allen die graag christelijke rijpheid willen verwerven, moeten ’berouw hebben over’ zulke „dode werken” of zich er niet langer mee bezighouden en Jezus’ vermaning ter harte nemen om ’eerst het koninkrijk en Gods rechtvaardigheid te blijven zoeken’. — Matth. 6:33.
18, 19. (a) Wat wordt in Efeziërs 4:15 bedoeld met „de waarheid sprekend”? (b) Hoe staat dit met christelijke rijpheid in verband?
18 En als er eenmaal op het fundament is gebouwd, wat dan? Paulus geeft de raad: „Laten wij echter, de waarheid sprekend, door liefde opgroeien in alle dingen in hem die het hoofd is, Christus” (Ef. 4:15). Allereerst merken wij op dat Paulus melding maakt van de noodzaak ’de waarheid te spreken’. Bij deze uitdrukking is klaarblijkelijk meer betrokken dan alleen de spraak; in feite betekent het „de waarheid hoog houden” (Kingdom Interlinear). Andere vertalingen geven de uitdrukking weer met „ons aan de waarheid houdende”; „vol liefde achter de waarheid aan gaan en alleen doen en zeggen wat waar is”. — Ef. 4:15, Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap; Het Levende Woord.
19 Het streven naar christelijke rijpheid vereist dus dat wij de waarheid hoog houden door de wijze waarop wij leven, spreken, handelen en anderen bejegenen. Dit betekent dat wij de bijbelkennis die wij hebben verworven in ons dagelijks leven in praktijk brengen en aldus gaan behoren tot degenen „die door gebruik hun waarnemingsvermogen hebben geoefend om zowel goed als kwaad te onderscheiden” (Hebr. 5:14). Doet u dat? Redeneert u iedere keer dat u voor een beslissing komt te staan volgens bijbelse beginselen? Aanvaardt u de uitdaging om een rijpe christen te worden, die de waarheid in woord en daad hoog houdt, of blijft u geestelijk gesproken liever een klein kind, vrij van verantwoordelijkheden en vrij om naar uw eigen wensen en verlangens te handelen?
20, 21. (a) Hoe is liefde betrokken bij het groeien tot rijpheid? (b) Welke vragen zullen nog besproken worden?
20 Paulus zegt: „Laten wij . . . door liefde opgroeien in alle dingen in hem die het hoofd is, Christus” (Ef. 4:15). Hier vestigt Paulus de aandacht op de kern van de zaak — de motivatie. In 1 Korinthiërs 13:1-3 laat hij zien dat werken die anders wel waardevol zouden zijn, in het geheel niet baten indien ze zonder de juiste motivatie worden verricht. Wij moeten dus bij alles wat wij doen onze beweegredenen aan een onderzoek onderwerpen. Doen wij het om door anderen gezien te worden, om indruk op hen te maken, zodat zij zullen denken dat wij rijp zijn? Of doen wij het veeleer uit liefde voor God en liefde voor onze naaste? Wanneer liefde ons motief is, zullen wij ’in alle dingen opgroeien’, waardoor wij evenwichtige, betrouwbare en rijpe christenen worden, in volledige erkenning van „hem die het hoofd is, Christus”.
21 Hoewel het bereiken van christelijke rijpheid een waardevol doel is, is daarmee de zaak niet afgedaan. Is er, wanneer iemand dit doel eenmaal heeft bereikt, dan nog meer dat hij kan doen? Hoe staat het met degenen die al een aantal jaren in de waarheid zijn en dit doel, christelijke rijpheid, hebben bereikt? Dit zullen wij in het volgende artikel beschouwen.
Kunt u het volgende uitleggen?
◻ Wat zijn enkele „trekken van een klein kind”, en welke gevaren schuilen erin?
◻ Hoe staan „eenheid in het geloof” en „de volheid van de Christus” in verband met rijpheid?
◻ Welke „dode werken” moeten wij laten varen ten einde christelijke rijpheid te verwerven?
◻ Hoe ’groeit iemand door liefde op’?
[Inzet op blz. 11]
IN DE AFGELOPEN ZES JAAR
— zijn er 827.144 nieuwe Getuigen gedoopt
— werden er ruim 5000 nieuwe gemeenten gevormd
— Van degenen die nu een aandeel hebben aan de prediking, is één op de drie in deze periode gedoopt
[Inzet op blz. 11]
In het dienstjaar 1984 hadden zes landen een gemiddelde van meer dan honderdduizend Koninkrijksverkondigers
[Illustratie op blz. 13]
Velen verkiezen thans de bediening boven materialistische belangen