Psalmen
Voor de koorleider. Van David.
11 Bij Jehovah heb ik bescherming gezocht.+
Hoe kunnen jullie dan tegen mij* zeggen:
‘Vlucht naar de bergen als een vogel!
2 Kijk hoe slechte mensen de boog spannen.
Ze leggen hun pijl op de pees
om vanuit het duister te schieten op wie oprecht van hart zijn.
4 Jehovah is in zijn heilige tempel.+
Jehovah’s troon is in de hemel.+
Zijn eigen ogen zien, zijn oplettende* ogen onderzoeken de mensen.*+
6 Op slechte mensen zal hij valstrikken* laten neerregenen,
vuur en zwavel+ en een verschroeiende wind zijn de beker die ze moeten drinken.
7 Want Jehovah is rechtvaardig,+ hij houdt van rechtvaardige daden.+