Jesaja
62 Ter wille van Sion zal ik me niet stilhouden+
en ter wille van Jeruzalem zal ik niet zwijgen,
totdat haar rechtvaardigheid schijnt als een helder licht+
en haar redding brandt als een fakkel.+
En je zult een nieuwe naam krijgen,+
die Jehovah’s eigen mond zal bepalen.
3 Je zult een prachtige kroon worden in de hand van Jehovah,
een koninklijke tulband in de handpalm van je God.
4 Je zult niet meer een verlaten vrouw+ worden genoemd
en men zal je land niet meer een woestenij+ noemen.
Je naam zal zijn: Zij is mijn vreugde,+
en je land zal Getrouwde vrouw heten.
Want Jehovah zal vreugde in je vinden
en je land zal als een getrouwde vrouw zijn.
5 Want zoals een jonge man met een maagd trouwt,
zo zullen je zonen met jou trouwen.
Zoals een bruidegom blij is met een bruid,
zo zal God blij zijn met jou.+
6 Op je muren, Jeruzalem, heb ik wachters uitgezet.
De hele dag en de hele nacht — nooit mogen ze zwijgen.
Jullie die over Jehovah praten,
neem geen rust,
7 en geef hem geen rust totdat hij Jeruzalem stevig bevestigd heeft,
totdat hij haar de eer van de aarde heeft gemaakt.’+
8 Jehovah heeft een eed afgelegd met zijn rechterhand, met zijn sterke arm:
‘Nooit meer zal ik jouw graan aan je vijanden te eten geven,
en buitenlanders zullen niet meer drinken van je nieuwe wijn, waar je hard voor hebt gewerkt.+
9 Maar degenen die het graan oogsten zullen ervan eten en ze zullen Jehovah loven,
en degenen die de druiven binnenhalen zullen ervan drinken in mijn heilige voorhoven.’+
10 Ga door de poorten, ga door de poorten.
Maak de weg vrij voor het volk.+
Baan een weg, baan een hoofdweg.
Haal de stenen weg.+
Hef een signaal* omhoog voor de volken.+
11 Luister! Jehovah heeft tot de einden van de aarde verkondigd:
‘Zeg tegen de dochter Sion:
“Kijk! Je redding komt.+
Kijk! Hij heeft zijn beloning bij zich,
het loon dat hij betaalt, gaat voor hem uit.”’+