Aluminium — produkt van pas-ontgonnen gebieden
Door Ontwaakt!-correspondent in Canada
EEN reus die dag in dag uit, uur in uur uit ongelooflijke hoeveelheden voedsel verorbert — dat is een goede beschrijving van een aluminiumsmeltoven. Zijn voedsel bestaat hoofdzakelijk uit aluminiumerts, bauxiet, of het bijprodukt daarvan, aluminiumoxyde. Wat het ook is, de oven moet onafgebroken gevoed worden en tevens moeten er reusachtige hoeveelheden elektrische energie beschikbaar zijn. Voor de vestiging van een aluminiumsmelterij moeten een grote elektrische energiebron en een goede haven in de buurt aanwezig zijn.
Zou een plaats met deze faciliteiten bij een grote stad geschikt zijn? Neen, want ook andere verbruikers zouden grote eisen aan de energiebron stellen. Een aluminiumsmeltoven moet nagenoeg het exclusieve gebruik van de energievoorziening hebben. Dit is de reden waarom de aluminiumindustrie gewoonlijk een pionier van pas-ontgonnen gebied is.
De keuze van de plaats voor een smelterij wordt in hoge mate bepaald door geografische en klimatologische factoren. Zo moet de hoeveelheid neerslag voldoende zijn om een constante hoeveelheid water te verzekeren. De enige aluminiumsmelterij van Noorwegen trekt voordeel van de energie die opgewekt wordt door water dat van een hoogte van 834 meter uit de omringende bergen omlaagstroomt.
In Ghana is de Volta door een hydro-elektrische centrale afgedamd om in een aluminiumsmeltoven en -bedrijf te voorzien waar een van de rijkste bauxietafzettingen ter wereld tot aluminiumoxyde wordt verwerkt. De bergstreek van de staat Minas Gerais in Brazilië heeft te Curo Preto drie moderne hydro-elektrische installaties die elektriciteit leveren aan een smeltoven, of elektrolyse-oven, waarvoor van slechts één kilometer afstand het bauxiet betrokken wordt.
Vijftig jaar geleden installeerde de industrie in Shawinigan Falls (Quebec) een grote krachtcentrale en smeltoven in het achterland van het rivierdal van de St. Maurice, honderd zestig kilometer ten westen van de stad Quebec. Enkele jaren later werden ten noorden van die stad aan de rivier de Saguenay bij Isle Maligne een elektrische centrale en een elektrolyse-oven gebouwd. Kort daarna zag Arvida, enkele kilometers meer naar het oosten aan dezelfde rivier, het begin van ’s werelds grootste aluminiumsmelterij, die het eens ontoegankelijke land van de Saguenay voor de industrie ontsloot. Thans is aan Canada’s westkust door de Kitimatsmelterijen van de Aluminum Company of Canada het achterland van Brits Columbia ontsloten.
Nieuwe gebieden worden ontsloten
In Guyana, het land van het legendarische El Dorado, zijn enorme, aluminiumrijke ertsafzettingen ontgonnen. Vijftig jaar lang heeft men het roodbruine erts met dynamiet uit lagen van vier en een halve tot veertien meter dikte laten springen. Tegen 1958 leverde het gebied rond het Mackenziedistrict 270.000 ton bauxiet per jaar op. Thans wordt uit de silo’s aan de moderne havens een kleine drie miljoen ton bauxiet per jaar in schepen, bestemd voor de Saguenaysmelterijen in Quebec, overgeladen.
Tien jaar geleden had nog bijna niemand ooit van Weipa, aan de verre noordkust van Queensland (Australië) gehoord. In 1955 ontdekte een Australische geoloog in dit geïsoleerde gebied een bauxietafzetting die de grootste ter wereld bleek te zijn. Tegen 1968 bleek reeds honderd negentig vierkante kilometer een ruwe bewerking te hebben ondergaan met ruim 460 miljoen ton aan bewezen ertsreserves. Proefboringen in nog eens 400 vierkante kilometer onthulden een potentieel van 1100 miljoen ton. Plotseling zat Australië zo in de bauxiethandel dat de hele aluminiumwereld er opmerkzaam op werd.
De bauxietwinning in Weipa is heel eenvoudig. Als er een ertslaag is bereikt — soms negen meter dik — behoeft deze niet met springstof te worden opgeblazen. Het erts wordt met laadmachines uit zijn laag gelicht, in 45-tons vrachtwagens gestort en naar de zuiveringsinstallatie gebracht waar de kwaliteit van het erts door zeven en wassen wordt verbeterd. Transportbanden brengen het gewassen en bewerkte erts vervolgens naar een open opslagruimte van waaruit het door middel van laadbruggen naar ertsschepen wordt overgebracht.
Een jaar geleden werd reeds meer dan 140 miljoen gulden aan deze ontginning besteed. Behalve de moderne fabriek en havenwerken, is er ook een nieuwe gemeenschap van meer dan 350 mensen ontstaan, met huizen die van airconditioning zijn voorzien, met een school, winkels, politie, een schouwburg en ziekenhuisaccommodatie. Van een wildernis in 1957 is Weipa thans een van de grootste havens voor het verschepen van aluminiumgrondstoffen in Australië. In 1963 was de maximumcapaciteit van de installatie bijna een half miljoen ton per jaar. Dit cijfer steeg in 1968 tot drie en een half miljoen ton en men is van zins in het begin van de jaren zeventig de zes en een half miljoen ton per jaar te bereiken.
In Guyana en Australië zijn dus nieuwe gebieden ontsloten. Doch ook hier is het vestigen van industrieën in pas-ontgonnen gebieden evenmin een onverdeelde zegen geweest als in andere landen. Bomen zijn geveld, de vegetatie is neergeslagen en de schoonheid van de wildernis is vervangen door open-groeve-mijnen. Natuurlijk heeft de Schepper de bodem voorzien van mineralen opdat de mens ze zou gebruiken, en hoe rijk aan mineralen is deze aarde niet! Het is eveneens Gods bedoeling dat deze aarde een paradijs is. Maar de mens laat bij zijn exploitatie van de ertsbronnen der aarde vaak afzichtelijke littekens achter en maakt bepaalde gedeelten van het land tot een troosteloze woestenij. Hij heeft niet het probleem opgelost hoe hij de hulpbronnen van de aarde kan gebruiken zonder de schoonheid van zijn aardse tehuis te bederven.
De Kitimatsmelterij
Het is interessant dat duizenden tonnen aluinaarde (aluminiumoxyde) uit Australisch bauxiet weldra de in batterijen achter elkaar geplaatste elektrolytische ovens van Canada’s Kitimatsmelterij zullen voeden.
De smelterij en krachtcentrale van Kitimat liggen in een ruig, afgelegen gebied in het kustgebergte van Canada. Het project was een triomf van ingenieurskunst en het werk van 7500 mensen. In de lente van 1951, toen met het werk werd begonnen dat tegen de tijd dat het gereed was ruim 1,6 miljard gulden zou kosten, begon het project vorm aan te nemen. Nog nooit eerder had Canada zoveel geld aan één particuliere onderneming besteed. Recente plannen zijn erop gericht de smelterij een jaarproduktie van 500.000 ton aluminiumstaven te laten bereiken, waardoor deze aluminiumindustrie de grootste ter wereld wordt.
Drie jaar nadat met de bouw van dit enorme complex een begin was gemaakt, kwam er een staaf aluminium van 22,5 kilogram uit de batterij smeltovens. Kitimat was in werking! De smelterij zelf was gebouwd aan de Kitimatarm van de Douglas Channel, op wat vroeger zandbanken waren die met laag water droogvielen. Elf kilometer vanaf de smelterij het dal in ontwikkelde zich een industriestad. Nu werden ten dienste van de aluminiumindustrie en de nieuwe stad ook een zeehaven, een spoorlijn en een moderne verkeersweg gebouwd.
De Kenneydam
Er was onafgebroken omlaagstromend water nodig om de elektriciteit voor de smeltoven op te wekken. Dat betekende dat er beslag moest worden gelegd op het water van alle meren op een plateau van zo’n 210 kilometer lang. Tot november 1952 stroomde dit water naar het oosten en verenigde zich daar met de Fraser in haar loop naar de Grote Oceaan nabij Vancouver. Aan de westzijde van het plateau werd het Tahtsameer door de massieve rotsbarrière van de ruim 2000 meter hoge berg Dubose verhinderd zijn water in de Grote Oceaan, slechts 36 kilometer verder, uit te storten. Ten einde een reservoir van voldoende capaciteit te vormen om de krachtinstallatie die men in gedachten had van vallend water te voorzien, was er een 90 meter hoge dam nodig om de rivier de Nechako, de oostelijke afvoer van het plateau, te blokkeren. Om deze reden kwam de Kenneydam tot stand.
Voordat met het werk aan de dam kon worden begonnen, moest er een 100 kilometer lange toegangsweg vanaf het spoorwegstation Vanderhoof door heidegrond en struikgewas, benevens 70 kilometer weglengte voor de aanvoer van materialen, worden aangelegd. Er werd ook voor een negenhonderd meter lange startbaan gezorgd om mensen en materialen uit Vancouver op drie vlieguren afstand door de lucht over te brengen. Toen de dam gereed was, was hij 460 meter lang en aan de voet 460 meter breed, toelopend tot twaalf meter aan de kruin. Hij werd de op twee na grootste uit steen gebouwde dam ter wereld.
Vijf jaar later was er 22,8 kubieke kilometer meer water in het bassin dan voordat de dam was gebouwd. Nu moest men er echter voor zorgen dat dit water vanaf het westeinde van het Tahtsameer naar de 800 meter lager gelegen elektrische centrale aan de rivier de Kemano, 16 kilometer verder naar het westen, werd gebracht. Er was een waterval nodig.
Waterval in een berg
Hoe werd dit bereikt? Welnu, toen men de Kenneydam nog aan het bouwen was, werd ook met het werk op de berg Dubose begonnen. Vanaf het westeinde van het Tahtsameer werd een zestien kilometer lange tunnel in de bergwand gegraven. De diameter ervan was ruim zeven en een halve meter. Terzelfder tijd werden er twee tunnels van ruim vijf meter doorsnee vanaf de elektrische centrale onder een hoek van 48° omhoog geboord en met springstof uitgehold, en deze tunnels kwamen met het westeinde van de tunnel in het hart van de berg Dubose samen. Er werden stalen buizen van 8,5 meter lengte en 3,35 meter doorsnee in deze tunnels aan elkaar gesoldeerd ten einde doorlaten van elk 800 meter lang te vormen. Er rondomheen werd steenslag en beton gestort om deze leidingen stevig op hun plaats te houden.
Elke sluispoort of doorlaat leidde naar een verdeelstuk met vier leidingen van anderhalve meter doorsnee die naar de schoepen van de dynamo’s liepen. Onder de vloer van de elektrische centrale werden met behulp van springstof en door boren vanaf elke dynamo afvoerkanalen gemaakt en deze verenigden zich ten slotte met het 8 meter brede hoofd-afvoerkanaal waardoor het verbruikte water in de Kemano en vandaar in de Grote Oceaan wordt geloosd.
Zo vloeit water dat eens naar het oosten stroomde thans naar het westen om een van de grootste particuliere krachtcentrales in werking te stellen die men van plan is in dat werelddeel te bouwen. De waterval binnen in de berg die daar het gevolg van is, is maar liefst ongeveer zestien maal zo hoog als de Niagara-falls.
De smeltoven van stroom voorzien
Niet alleen de waterval in de berg Dubose, maar ook de krachtcentrale zelf beslaat een ruimte waarin, wat lengte betreft, de oceaanreus de Queen Elizabeth I gemakkelijk gepast kon hebben. Als de centrale ten slotte gereed is voor de volle capaciteit die men op het oog heeft, zullen de afmetingen 346 meter lang, 26 meter breed en 44 meter hoog zijn. Ze zal zestien aggregaten voor het opwekken van stroom hebben die gezamenlijk een vermogen van 2.400.000 paardekracht aan elektriciteit zullen leveren. Het ventilatiesysteem van dit enorme bedrijf moet onafgebroken werken om 2100 kubieke meter lucht per minuut naar de bedrijfs- en hoofdverdiepingen te voeren.
Verbonden met de smeltoven, doorsnijden speciale, met staal versterkte aluminium elektriciteitsmasten over 82 kilometer hier en daar zeer ruig land, met inbegrip van de 1600 meter brede Kildalapas. Om de elektriciteitsleiding aan te leggen, moest er een weg worden gebouwd waarvan de laatste tien kilometer met een hellingshoek van 200 meter per kilometer naar de top klimt. De leiding zelf werd met het oog op harde wind, sneeuwstormen en ijzel waaraan ze blootgesteld zou worden, zo gemaakt dat ze weerstand kon bieden aan een belasting van 60 kilogram per meter. De kabel zelf heeft voor het grootste gedeelte van de afstand een gewicht van ongeveer 3,3 kilogram per meter, terwijl het gedeelte dat over de Kildalapas gaat ongeveer 7 kilogram per meter weegt en een diameter van nog geen 6 centimeter heeft.
Het karwei was ten slotte gereed. De schakelaars in de onderstations aan beide einden van de leiding werden gesloten. Met een geweldige kracht kwam de stroom erdoorheen om de batterijen van de smeltoven in werking te stellen. Toen het glimmende, zilverachtige metaal uit de ovens in de gietvorm stroomde waar de staven worden gevormd, was hiermee weer een nieuw hoofdstuk geschreven in de fascinerende geschiedenis van aluminium, het produkt van pas-ontgonnen gebieden.