-
HandelingenIndex van Wachttoren-publikaties 1946-1985
-
-
1:8 w85 1/1 18-19; w85 1/8 11-12; w82 1/1 23; w82 1/3 14; w81 1/6 11-18; w81 15/11 4; w80 1/1 19, 26; yb79 7; w78 15/9 12; w77 593; hs 109, 119; g77 8/12 15-16; w76 618, 731; w73 114, 221; or 4, 7; g72 8/4 28; w71 141, 144, 147, 152, 216, 543; w70 141, 191; w69 79; si63 204, 271, 314; im 242; w63 341, 366, 666, 727; g63 22/9 28; w53 204; lg 214; w52 53, 284; w47 40
-
-
HandelingenStudiehulp voor Jehovah’s Getuigen 2019
-
Aantekeningen Handelingen — Hoofdstuk 1Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
de heilige geest: Of ‘de heilige actieve kracht’. In het boek Handelingen komt de uitdrukking ‘heilige geest’ 41 keer voor, en er zijn minstens 15 andere plaatsen waar het woord geest (Grieks: pneuma) verwijst naar Gods heilige geest. (Zie bijvoorbeeld Han 2:4, 17, 18; 5:9; 11:28 en 21:4; zie ook Woordenlijst ‘Geest’.) Zo maakt dit Bijbelboek steeds opnieuw duidelijk dat het internationale predikings- en onderwijzingswerk dat Jezus’ volgelingen zouden doen, alleen met de hulp van Gods actieve kracht uitgevoerd kon worden. (Vergelijk de aantekening bij Mr 1:12.)
getuigen van mij: Als trouwe Joden waren Jezus’ eerste discipelen al getuigen van Jehovah en getuigden ze ervan dat Jehovah de enige ware God is (Jes 43:10-12; 44:8). Maar nu moesten de discipelen getuigen zijn van Jehovah en Jezus. Ze moesten vertellen over Jezus’ belangrijke rol in de heiliging van Jehovah’s naam door middel van Zijn Messiaanse Koninkrijk, een nieuw aspect van Jehovah’s voornemen. Handelingen gebruikt de Griekse woorden voor ‘getuige’ (martus), ‘getuigen’ (martureo), ‘grondig getuigenis geven’ (diamarturomai) en verwante woorden vaker dan elk ander Bijbelboek, met uitzondering van het evangelie van Johannes. (Zie aantekening bij Jo 1:7.) Een getuige zijn en een grondig getuigenis geven over Gods voornemens — met inbegrip van zijn Koninkrijk en de belangrijke rol van Jezus — is een thema dat als een rode draad door het boek Handelingen loopt (Han 2:32, 40; 3:15; 4:33; 5:32; 8:25; 10:39; 13:31; 18:5; 20:21, 24; 22:20; 23:11; 26:16; 28:23). Sommige christenen in de eerste eeuw konden uit persoonlijke ervaring getuigen van de historische feiten over Jezus’ leven, dood en opstanding (Han 1:21, 22; 10:40, 41). Degenen die later in Jezus gingen geloven, legden getuigenis af door de betekenis van zijn leven, dood en opstanding te verkondigen (Han 22:15; zie aantekening bij Jo 18:37).
tot in de meest afgelegen delen van de aarde: Of ‘tot de uiteinden (het uiterste) van de aarde’. Dezelfde Griekse uitdrukking wordt in Han 13:47 gebruikt in een profetie die geciteerd wordt uit Jes 49:6, waar de Griekse Septuaginta deze uitdrukking ook gebruikt. Jezus’ uitspraak in Han 1:8 doet denken aan die profetie, waarin voorspeld werd dat Jehovah’s dienaar ‘een licht voor de volken’ zou zijn zodat redding ‘tot de uiteinden van de aarde’ zou reiken. Dat stemt overeen met Jezus’ eerdere opmerking dat zijn volgelingen ‘grotere dingen’ zouden doen dan hij. (Zie aantekening bij Jo 14:12.) Jezus’ uitspraak past ook bij zijn beschrijving van de wereldwijde omvang van het christelijke predikingswerk. (Zie aantekeningen bij Mt 24:14; 26:13 en 28:19.)
-