1B Tekstveranderingen die betrekking hebben op de goddelijke naam
De 134 veranderingen
Op 134 plaatsen hebben de joodse soferim (schrijvers, schriftgeleerden) de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst gewijzigd door JHWH in ʼAdho·naiʹ te veranderen. In Gins.Mas, Deel IV, blz. 28, §115, staat: „Wij hebben gezien dat in veel van deze honderd vierendertig gevallen waar in de huidige algemeen aanvaarde tekst in overeenstemming met deze masora Adonaī staat, enkele van de beste HSS. en vroege uitgaven het Tetragrammaton gebruiken. Derhalve rijst de vraag: Hoe zijn deze veranderingen ontstaan? De verklaring is niet ver te zoeken. Sedert onheuglijke tijden bepaalden de joodse canons dat de onuitspreekbare naam als Adonaī uitgesproken moet worden, alsof er אדני [ʼAdho·naiʹ] in plaats van יהוה [JHWH] geschreven stond. Het was dan ook volkomen vanzelfsprekend dat de afschrijvers er de uitdrukking voor in de plaats zetten die de uitspraak aangaf voor het Tetragrammaton, dat zij niet mochten uitspreken.”
Hier volgt een lijst van deze 134 plaatsen, volgens Gins.Mas, Deel I, blz. 25, 26, §115:
Ge 18:3, 27, 30, 31, 32; 19:18; 20:4; Ex 4:10, 13; 5:22; 15:17; 34:9, 9; Nu 14:17; Joz 7:8; Re 6:15; 13:8; 1Kon 3:10, 15; 22:6; 2Kon 7:6; 19:23; Ezr 10:3; Ne 1:11; 4:14; Job 28:28; Ps 2:4; 16:2; 22:30; 30:8; 35:17, 22, 23; 37:13; 38:9, 15, 22; 39:7; 40:17; 44:23; 51:15; 54:4; 55:9; 57:9; 59:11; 62:12; 66:18; 68:11, 17, 19, 22, 26, 32; 73:20; 77:2, 7; 78:65; 79:12; 86:3, 4, 5, 8, 9, 12, 15; 89:49, 50; 90:1, 17; 110:5; 130:2, 3, 6; Jes 3:17, 18; 4:4; 6:1, 8, 11; 7:14, 20; 8:7; 9:8, 17; 10:12; 11:11; 21:6, 8, 16; 28:2; 29:13; 30:20; 37:24; 38:14, 16; 49:14; Klg 1:14, 15, 15; 2:1, 2, 5, 7, 18, 19, 20; 3:31, 36, 37, 58; Ez 18:25, 29; 21:9; 33:17, 20; Da 1:2; 9:3, 4, 7, 9, 15, 16, 17, 19, 19, 19; Am 5:16; 7:7, 8; 9:1; Mi 1:2; Za 9:4; Mal 1:12, 14.
Op 133 plaatsen hebben wij de oorspronkelijke lezing hersteld en die met „Jehovah” weergegeven. De enige uitzondering is Ps 68:26, waar in BHK en BHS het Tetragrammaton reeds staat. — Zie Ps 68:26 vtn., „Jehovah”.
Acht andere veranderingen
Volgens Gins.Int, blz. 368, 369, hebben de joodse soferim het Tetragrammaton in sommige gevallen door ʼElo·himʹ vervangen. Op acht plaatsen hebben wij de oorspronkelijke lezing hersteld en die met „Jehovah” weergegeven, namelijk in Ps 14:1, 2, 5; 53:1, 2, 4, 5, 6.
Aldus hebben wij het Tetragrammaton op de bovengenoemde 141 plaatsen hersteld en het met „Jehovah” weergegeven.