Psalmen
Van Da̱vid. Een melodie.
110 De uitspraak van Jehovah tot mijn Heer* luidt:+
„Zit aan mijn rechterhand,+
Totdat ik uw vijanden tot een voetbank voor uw voeten stel.”+
2 De staf+ van uw sterkte zal Jehovah uit Si̱on zenden,+ [zeggend:]
„Ga onderwerpen te midden van uw vijanden.”+
3 Uw volk+ zal zich gewillig aanbieden*+ op de dag van uw strijdkracht.+
In de pracht der heiligheid,+ uit de schoot van de dageraad,*
Hebt gij uw gezelschap van jonge mannen net als dauwdruppels.*+
4 Jehovah heeft gezworen+ (en hij zal geen spijt gevoelen):+
„Gij zijt priester tot onbepaalde tijd+
Naar de wijze van Melchize̱dek!”+