Jesaja
2 Dit is wat Jesaja, de zoon van Amoz, heeft gezien over Juda en Jeruzalem:+
zal de berg van Jehovah’s huis
stevig bevestigd worden boven de top van de bergen
en verheven worden boven de heuvels,+
en daarheen zullen alle volken stromen.+
3 Vele volken zullen komen en zeggen:
‘Kom, laten we naar de berg van Jehovah gaan,
naar het huis van de God van Jakob.+
Hij zal ons zijn wegen leren
en wij zullen zijn paden bewandelen.’+
4 Hij zal rechtspreken onder de naties
en de zaken rechtzetten in verband met veel volken.
Ze zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers
en hun speren tot snoeimessen.+
Geen natie zal het zwaard trekken tegen een andere natie,
en oorlog zullen ze niet meer leren.+
6 U hebt uw volk, het huis van Jakob, verstoten+
omdat ze veel dingen uit het Oosten hebben overgenomen.
Ze doen aan magie,+ net als de Filistijnen,
en onder hen wonen veel kinderen van buitenlanders.
7 Hun land is vol zilver en goud
en er komt geen eind aan hun schatten.
Hun land is vol paarden
en er komt geen eind aan hun wagens.+
8 Hun land is vol waardeloze goden.+
Ze buigen voor het werk van hun eigen handen,
voor wat hun eigen vingers hebben gemaakt.
9 De mens buigt zich neer, hij verlaagt zich.
U kunt het hun onmogelijk vergeven.
10 Ga de rotsen in en verberg je in het stof
vanwege de angstaanjagende aanwezigheid van Jehovah
en zijn majestueuze grootheid.+
Alleen Jehovah zal op die dag verhoogd worden.
12 Want die dag is van Jehovah van de legermachten.+
Die dag treft iedereen die trots en hoogmoedig is,
iedereen, hoog of laag,+
13 alle ceders van de Libanon, statig en hoog,
alle eiken van Ba̱san,
14 alle hoge bergen
en alle verheven heuvels,
15 elke hoge toren en elke vestingmuur,
en alle kostbare boten.
17 Wie trots is zal omlaaggehaald worden,
arrogante mensen zullen moeten buigen.
Alleen Jehovah zal op die dag verhoogd worden.
18 De waardeloze goden zullen helemaal verdwijnen.+
19 En mensen zullen de grotten in de rotsen in gaan
en de holen in de grond,+
vanwege de angstaanjagende aanwezigheid van Jehovah
en zijn majestueuze grootheid,+
als hij opstaat om de aarde van angst te laten beven.
20 Op die dag zullen mensen hun waardeloze goden van zilver en goud,
die ze hadden gemaakt om zich ervoor neer te buigen,
voor de spitsmuizen* en de vleermuizen gooien,+
21 en ze zullen de rotsholen
en de bergspleten in gaan,
vanwege de angstaanjagende aanwezigheid van Jehovah
en zijn majestueuze grootheid,
als hij opstaat om de aarde van angst te laten beven.
Wat stelt hij eigenlijk voor?