Spreuken
2 Want hun hart mediteert over geweld
en hun lippen spreken over ellende.
7 Ware wijsheid is onbereikbaar voor een dwaas.+
In de stadspoort heeft hij niets te zeggen.
12 Als je zegt: ‘Maar we wisten er niets van’,
13 Mijn zoon, eet honing, want dat is goed.
Raathoning smaakt zoet.
14 Besef ook dat wijsheid goed voor je* is.+
Als je die vindt zul je een toekomst hebben
en zal je hoop niet verdwijnen.+
15 Wees niet zo slecht een hinderlaag te leggen bij het huis van de rechtvaardige.
Vernietig zijn verblijfplaats niet.
16 De rechtvaardige kan zeven keer vallen en hij zal weer opstaan,+
maar de goddelozen zullen door rampspoed tot struikelen worden gebracht.+
17 Als je vijand valt, wees dan niet blij,
en als hij struikelt, laat je hart dan geen vreugde voelen.+
19 Wind je niet op* over slechte mensen.
De lamp van slechte mensen wordt uitgedoofd.+
22 Want plotseling zal hun ongeluk komen.+
Wie weet wat voor ondergang beiden* over hen zullen brengen?+
24 Wie tegen de slechte zegt: ‘Je bent rechtvaardig’,+
wordt door de volken vervloekt en door de naties veroordeeld.
25 Maar het zal goed gaan met wie hem terechtwijzen.+
Ze zullen gezegend worden met goede dingen.+
26 Mensen zullen de lippen kussen van iemand die een eerlijk antwoord geeft.*+
27 Regel eerst je werk buiten en maak alles klaar op het land.
Bouw daarna je huis.*
28 Getuig niet tegen je naaste zonder enige grond.+
Gebruik je lippen niet om anderen te bedriegen.+
29 Zeg niet: ‘Wat hij mij heeft aangedaan doe ik hem aan.
Ik zet het hem betaald.’+
31 Ik zag dat het overwoekerd was met onkruid.
De grond was bedekt met netels
en de stenen muur lag in puin.+